Ook bacteriën voelen hun omgeving
16 augustus 2017 door SSTAls E. coli-bacteriën worden gepord, dan reageren ze op een vergelijkbare manier als menselijke huid- en zenuwcellen.
"De biologen denken dat het primitieve zenuwstelsel van bacteriën evolutionair gezien de oervariant is van ons eigen centrale zenuwstelsel"
We wisten al lang dat bacteriënpopulaties erg gevoelig zijn voor hun omgeving. Zo beginnen de meeste soorten plots heel sterk te groeien als ze glucose in de buurt vinden. En als niet-resistente bacteriën in contact komen met antibiotica, worden hun celwanden aan stukken gescheurd en sterven ze.
Maar biologen weten nog maar sinds kort dat bacteriën (die zich onderscheiden van andere eencelligen door het gebrek aan celkern) ook reageren op fysieke prikkels. Zo blijken Salmonella-bacteriën veel doeltreffender – lees: ze kunnen mensen veel gemakkelijker besmetten – als ze zich op een hard in plaats van een zacht oppervlak bevinden.
Nu hebben Amerikaanse biologen ontdekt dat bacteriën - meer bepaald van de soort E. coli, die onder andere in onze darmen leeft – ook gevoelig zijn voor een por in de zij met een microscopisch instrument. Meer nog: ze konden onthullen hoe de signaaloverdracht gekoppeld aan dat bacteriële ‘voelen’ precies in elkaar steekt.
De onderzoekers koppelden enkele speciale ‘lichtgevende’ genen aan de activatie van calcium-ionen in de bacteriën, zodat de E. coli-populatie licht gaf als deze specifieke ionen zich verplaatsten binnenin de microbencellen. Wat bleek? Als de vorsers de bacteriestalen ‘aanporden’ met een microscopisch kleine stok, dan lichtte het substraat blauw op.
Dat duidt er volgens de biologen op dat bacteriën een primitieve vorm van een zenuwstelsel hebben waarin de signaaloverdracht middels elektrische pulsen gebeurt. Ze denken zelfs dat die primitieve vorm evolutionair gezien de oervariant is van ons centrale zenuwstelsel.