De meeste fysici zijn geen professor aan de universiteit. Ze werken als onderzoeker, ingenieur of software engineer. Sommigen hebben een onverwachter beroep.
Hoe stel jij je een fysicus voor? Denk je aan een professor voor een bord vol ingewikkelde formules?
We kunnen gemakkelijk nagaan hoe representatief dat beeld is. Een grote universiteit heeft - ruw geschat - dertig professoren natuurkunde in dienst. De loopbaan van een professor duurt ongeveer dertig jaar. Gemiddeld komt er dus ieder jaar één positie vrij. Als er ieder jaar 25 natuurkundigen afstuderen, kan slechts vier procent professor worden.
Maar wat doen al die anderen dan?
Sommigen werken in niet-universitaire onderzoeksinstellingen zoals het Studiecentrum voor Kernenergie of het BIRA. Of ze zijn aan de slag bij internationale laboratoria.
Een deel geeft les in het middelbaar onderwijs en aan hogescholen. Ook bij patentbureaus en in ziekenhuizen kan je natuurkundigen vinden.
Een heleboel fysici werken als ingenieurs. Ze gebruiken hun wetenschappelijke kennis in bedrijven die zich bezighouden met energie, elektronica, lucht- en ruimtevaart, de productie en het onderzoek van materialen...
Maar er zijn ook veel afgestudeerden wiens job niets te maken heeft met natuurkunde.
Velen worden software engineers. Vaak hebben ze aan de universiteit zelf software ontwikkeld om data te verwerken. Sommigen simuleerden (astro)fysische processen met hun eigen code. Die ervaring komt goed van pas in het bedrijfsleven.
Anderen werken dan weer in de financiële sector, als consultants of bij de overheid.
Helaas zijn er geen statistieken die aantonen hoe natuurkundigen procentueel verdeeld zijn over verschillende sectoren. In Vlaanderen moeten we het doen met anekdotes verspreid door universiteiten. Het is niet duidelijk als de oud-studenten die opgevoerd worden een correcte steekproef vormen. We weten ook niets over hun inkomen of jobtevredenheid.
Gelukkig bestaat zo’n onderzoek wel in de Verenigde Staten. Het American Institute of Physics publiceerde in 2015 een systematische studie over natuurkundigen in de private sector. Men onderzocht meer bepaald mensen die 10 tot 15 jaar eerder een doctoraat in de fysica haalden.
60% van de meer dan 500 geïnterviewde fysici werkten in engineering (bijvoorbeeld bij IBM, Intel of General Electric), bij government contractors (defensiebedrijven zoals Lockheed Martin) of in een andere fysica-gerelateerde job. 13% omschreef hun job als computer science. 9% werkte in de financiële sector. Slechts 6% had een functie die niets te maken had met STEM.
De Amerikaanse “vergeten fysici” doen het goed. De grote meerderheid verdient meer dan 100 000 dollar per jaar. De natuurkundigen in de privésector vertelden de onderzoekers dat ze samen met slimme collega’s aan uitdagende problemen werken.
Velen benadrukten ook de “real-world impact” van hun beroep. Dat is een groot verschil met de universiteit. Daar wordt je beoordeeld op basis van je publicaties, die meestal enkel gelezen worden door een kleine groep vakgenoten.
Een vergelijkbaar onderzoek voor Vlaanderen of de Benelux zou interessant zijn. Ik vermoed dat fysici bij ons frequenter een niet-natuurkundige job hebben dan hun Amerikaanse collega’s.
Welke professor wil dit laten onderzoeken door een thesisstudent?