Dat we ooit van deur tot deur zouden gaan met On the Origin of Species onder de arm, grapte ik op Facebook, nadat ik een Jehova-getuige een half uur aan de deur had gehad. Zover zijn we nog niet, maar het lachen vergaat toch sneller dan gedacht: nu zaterdag maken mensen in meer dan 500 steden over de hele wereld een vuist voor wetenschap.
Opkomen voor wetenschap, anno 2017? Echt?! Ja, omdat antiwetenschappelijke stemmen vandaag opvallend luid klinken. Omdat beleidsmakers, verblind door persoonlijke overtuigingen, wetenschapsdomeinen willen kortwieken, wetenschappers muilkorven of universiteiten sluiten. De 'marchers' willen dat niet zomaar aan zich voorbij laten gaan…
Facts matter is een van de slogans, ook in Brussel. Beleidsmaatregelen moeten gestoeld zijn op degelijk onderzoek
Meer nog dan een campagne voeren 'tegen' recente maatregelen in de VS of Hongarije, willen de manifestanten 'voor' wetenschap manifesteren. Ze willen een zo breed mogelijk publiek eraan herinneren hoeveel we aan wetenschap te danken hebben. We wonen, eten, denken, leven wetenschap. Om onze levenskwaliteit te behouden en te verbeteren en meer inzicht te krijgen in de wereld vandaag en vroeger, hebben we wetenschap nodig.
Facts matter is een van de slogans, ook in Brussel. Beleidsmaatregelen moeten gestoeld zijn op degelijk onderzoek. De wetenschappelijke methode is de beste die er is om kennis te vergaren en om controleerbare en betrouwbare uitspraken te doen over de wereld. Onderzoek blijft natuurlijk mensenwerk, en is dus feilbaar, en wetenschappers corrigeren elkaar ook voortdurend. Maar die zelfkritiek die eigen is aan wetenschap, mag geen aanleiding zijn om wetenschap links te laten liggen. Integendeel, geef wetenschappers meer ademruimte, in tijd en in werkingsmiddelen. En zorg ervoor dat ze vrij hun onderzoek kunnen voeren, zonder druk op de uitkomsten ervan.
Wat in het lab gebeurt, is heel belangrijk. Maar ik kom zaterdag vooral op straat om te manifesteren voor een meer toegankelijke wetenschap. Zoveel mogelijk mensen “geletterd” maken in wetenschap moet het doel zijn, ook nadat de spandoeken en bordjes zijn opgeborgen.
Wetenschapsonderwijs moet kritische zin bijbrengen, uitdagen om vragen te stellen en om uitspraken te evalueren op basis van hoe sterk het bewijs ervoor is. Wetenschap heeft nog heel wat publiek te bereiken. Hoe groter de kloof tussen witjassen en de man/vrouw op Facebook, hoe makkelijker antiwetenschappelijke stemmen in het gat duiken en vrij spel krijgen om klimaatverandering of evolutie met een paar slagzinnen in diskrediet te brengen. De echokamers van de sociale media doen de rest.
Met de getuige van Jehova maakte ik een paar weken later een afspraak in het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel. We stonden er zonder getrokken messen. Toen we in de Galerij van de Mens langs Lucy en Ardi liepen, had hij het moeilijk. Maar bij de verschillende voorlopers van walvissen leek hij in te zien dat die niet één voor één de wereld in waren gezet, maar dat er evolutie moet zijn geweest, over miljoenen jaren heen. Het geeft me hoop dat je door begripvol en face-to-face communiceren zelfs diepgelovigen even kunt doen twijfelen.
Ik hoop dat de March for Science (en de beweging die er hopelijk uit voortvloeit) wetenschappers, leerkrachten, ouders, animatoren, communicatoren, journalisten, tv-makers, museumwerkers, ... nog meer stimuleert om wetenschap uit te leggen aan jan en alleman, tot in de verste hoeken en tot bij de jongste generaties.
Tot zaterdag op het Albertinaplein!