Y-chromosoom bijna overbodig in muizen
28 november 2013 door Eos-redactieMuizen met een ‘uitgekleed’ Y-chromosoom kunnen toch jongen voortbrengen.
Mannetjesmuizen met een ‘uitgekleed’ Y-chromosoom kunnen toch jongen voortbrengen. Wetenschapper bewezen dat twee genen uit het Y-chromosoom volstaan om onvolwassen spermacellen te genereren, die via een fertiliteitstechniek nageslacht kunnen opleveren.
Ook met een fors gedecimeerd Y-chromosoom kan een mannetjesmuis gezond nageslacht produceren. Tot die vaststelling kwamen wetenschappers van de University of Hawaii. Slechts twee genen blijken nog essentieel voor de voortplanting. Met die bevinding is de wetenschap een stap dichter bij de creatie van een muis die vader kan worden zonder enige tussenkomst van het Y-chromosoom – nochtans hét genetische kenmerk van mannelijkheid bij de meeste zoogdieren.
De onderzoekers pasten een voortplantingstechniek toe die ROSI heet: round spermatid injection. Daarbij injecteren ze premature spermacellen, geproduceerd door muizen met enkel de genen Sry en Eif2s3y in hun Y-chromosoom, in de baarmoeder van vrouwtjesmuizen. 9 procent van die overdrachten resulteerde in de geboorte van levende muisjes (tegenover 26 procent bij bevruchting door normale mannetjes). Bovendien konden die op hun beurt ook weer voor jongen zorgen.
Het Y-chromosoom lijkt dus overbodig te worden, althans in muizen. Onderzoekster Monika Ward: ‘Bij een normale bevruchting is nog steeds een nagenoeg compleet Y-chromosoom nodig. Maar uit onze studie blijkt dat bij kunstmatige reproductie de rol van dat chromosoom minimaal is geworden. Als we een alternatief vinden voor de twee resterende genen, kunnen we het Y-chromosoom misschien wel helemaal achterwege laten.’
De resultaten van het onderzoek, gepubliceerd in Science, kunnen misschien ooit leiden tot betere bevruchtingstechnieken bij mensen met een beschadigd Y-chromosoom. Voorlopig wordt aangenomen dat de ROSI-techniek het risico verhoogt op bijvoorbeeld genetische aandoeningen bij het nageslacht. Maar de successen bij het muizenonderzoek zijn hoopgevend. (adw)