Zoektocht naar vermiste Boeing brengt zeebodem in kaart

Alvorens wetenschappers de Indische Oceaan kunnen afzoeken naar de verdwenen Boeing 777 van Malaysia Airlines, moeten ze eerst een groot gebied van de oceaanbodem in kaart brengen. Op die manier ontdekten ze talloze voorheen onbekende onderzeese bergen.

Inmiddels is het ruim een half jaar geleden dat vlucht 370 van Malaysia Airlines spoorloos verdween. De Boeing 777, met 239 mensen aan boord, ging ergens boven de Golf van Thailand in rook op. Sindsdien zijn wetenschappelijke speurneuzen naarstig op zoek naar het vliegtuig.

Zo scant een Australisch onderzoeksteam een deel van de Indische Oceaan af met sonar: geluidspulsen om voorwerpen onder water te detecteren. Het vermiste toestel is nog altijd niet terecht, maar intussen hebben de onderzoekers wel allerlei voorheen onbekende informatie verkregen over de structuur van de mysterieuze oceaanbodem. Wereldwijd is de oceaanbodem nog grotendeels onontgonnen terrein.

Bergen op de oceaanbodem

Op die manier ontdekten de wetenschappers, die verbonden zijn aan het Australian Transport Safety Bureau, onder meer enkele onderzeese bergen van zo’n 1.400 meter hoog. Die heuvels, in het Engels ‘seamounts’ geheten, zijn restanten van uitgedoofde vulkanen.

Het is van belang voor het onderzoek om al die informatie in kaart te brengen. Want nadat de wetenschappers het aangeduide gebied hebben bestudeerd, zullen ze met speciale onderzoekstoestellen afdalen naar de donkere diepzee. Ze moeten precies weten waar er oneffenheden liggen, opdat ze niet zouden crashen met het dure materiaal, dat vasthangt met een tien kilometer lange kabel.

De Boeing 777, die op weg was van de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur naar de Chinese hoofdstad Peking, zou mogelijk enkele satellietsignalen verstuurd hebben boven de Indische Oceaan. Toch is het maar zeer de vraag of er ooit een spoor van het toestel zal worden gevonden. (adw)