Artistieke aanleg zit in het brein

21 april 2014 door Eos-redactie

Een studie aan de KU Leuven toont aan dat kunstenaars een structureel ander brein hebben dan mensen zonder artistieke aanleg.

Een studie aan de KU Leuven toont aan dat kunstenaars een structureel ander brein hebben dan mensen zonder artistieke aanleg. De onderzoekers vonden meer grijze en witte stof in de delen van de hersenen die te maken hebben met fijne motoriek en visueel voorstellingsvermogen.

De studie, die gepubliceerd werd in NeuroImage, was beperkt tot 44 testpersonen. 21 van hen waren kunststudenten. Voor het onderzoek moesten de proefpersonen enkele tekentests doen. Wetenschappers onderzochten dan de hersenscans van de deelnemers. Daaruit bleek dat de hersengebieden die in verband staan met beeldvorming en fijne motoriek beter ontwikkeld waren bij de personen die beter scoorden op de tests. Het viel op dat bij de artiesten meer grijze stof te vinden was in de pariëtale kwab. Dat gebied wordt gelinkt aan creativiteit, zoals beelden manipuleren in je gedachten, ze combineren en deconstrueren.

Dat fysieke verschil betekent niet dat artistiek talent aangeboren is. Volgens de onderzoekers spelen opvoeding en training ook een grote rol. ‘Het brein is ongelofelijk flexibel als het op training aankomt’, weet Rebecca Chamberlain, hoofdauteur van de paper. ‘Dat komt overeen met eerder bewijs dat focussen op een bepaalde vakkundigheid de hersenen verandert. Er zijn daarin enorme individuele verschillen die we nog maar net beginnen te onderzoeken.’

Of talent nu eerder genetisch bepaald of aangeleerd is, wijst de studie niet uit. Daarvoor zouden de onderzoekers jongeren langer moeten volgen, om te zien hoe ze hun tekentalent verder ontwikkelen. Volgens hen geeft de studie aan hoe ze daaraan kunnen beginnen. Dat er maar weinig proefpersonen waren, is geen probleem volgens de wetenschappers. De resultaten waren statistisch gezien zinvol genoeg om van een geslaagd experiment te spreken. (cs)