Eos Blogs

Buddy’s als mirakeloplossing voor inburgering?

Vanaf 2022 zullen zogenaamde buddy’s nieuwkomers wegwijs maken in onze samenleving. Kunnen we zo echt de uitdagingen rond integratie overwinnen of blijven we ter plaatse trappelen?

Wie de aangrijpende docureeks ‘Vijf jaar hier’ zag, herinnert zich misschien Ahmed nog, de schrijnweker uit Aleppo die op de vlucht sloeg voor het oorlogsgeweld. Eenmaal in België ontmoette hij, Sandy, een leerkracht lager onderwijs die al scrabbelend Nederlands met hem oefende en hem introduceerde in de cultuur van zijn gastland. Ondertussen is Ahmed getrouwd en werkt hij bij een bedrijf dat interieurs ontwerpt.

Volgens Somers gebeurt “Integratie en inburgering immers niet in het klaslokaal, maar in het dagelijkse leven”, en dus met een Vlaming aan je zijde

Met het nieuwe inburgeringsdecreet wil Vlaams minister van Samenleven, Bart Somers, volop inzetten op buddy’s zoals Sandy, die inburgeraars kennis laten maken met het reilen en zeilen van onze samenleving. Het contact met een Vlaamse buddy zou de integratie van nieuwkomers vergemakkelijken. Volgens Somers gebeurt “Integratie en inburgering immers niet in het klaslokaal, maar in het dagelijkse leven”, en dus met een Vlaming aan je zijde.

Bescheiden resultaten

Het één-op-één koppelen van twee burgers in een buddysysteem kan volgens onderzoek inderdaad heel wat mogelijkheden bieden. Het mentaal welzijn van de nieuwkomer zou erop vooruit gaan, zijn sociaal netwerk breidt zich mogelijks uit en hij geraakt vertrouwd met instellingen, diensten en sociale omgangsvormen. Een domper op de feestvreugde is dat verschillende studies tegelijkertijd erop wijzen dat deze buddytrajecten of duo-werkingen eerder bescheiden opbrengsten met zich mee brengen, bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen voor de nieuwkomer en een positievere kijk op de toekomst.

We hoeven dus geen al te spectaculaire resultaten te verwachten, zoals het vinden van een job of het behalen van een diploma. Dit staat in contrast met de ambities van het nieuwe decreet dat hoopt dat buddywerkingen ervoor zullen zorgen dat mensen “diversiteit gaan omarmen” en dat nieuwkomers hun “participatie aan de samenleving zullen verhogen.” Het hoeft niet te verbazen dat vrijwilligers die als buddy aan de slag willen, al ietwat openstaan voor personen met een migratieachtergrond en al enigszins ‘diversiteit omarmen’.

We hoeven geen al te spectaculaire resultaten te verwachten, zoals het vinden van een job of het behalen van een diploma. Dit staat in contrast met de ambities van het nieuwe decreet

Tegenstanders van migratie warm maken voor het buddyschap, lijkt eerder ijdele hoop. Verder is het uiteraard een mooie doelstelling om nieuwkomers zoveel mogelijk aan het samenleven te laten deelnemen, maar buddy’s zullen structurele drempels als discriminatie, onderwijsongelijkheid of een nijpend tekort aan sociale woningen, niet kunnen wegwerken. Ook zij zullen botsen op de grenzen van het systeem. Om deze drempels te verlagen zijn de grove middelen nodig, zoals een verruiming van het aanbod aan betaalbare woningen en het opvoeren van de strijd tegen racisme.

Tot slot leiden buddyprojecten niet automatisch tot een succesverhaal. Verschillende voorwaarden moeten vervuld zijn om het contact tussen buddy’s en anderstalige nieuwkomers goed te laten verlopen. Het vormen van een match is niet zo simpel als twee personen bij elkaar te zetten. De matching dient nauwkeurig te gebeuren, net zoals de training en de opvolging van het duo. Volgehouden ondersteuning en begeleiding van buddytrajecten vereisen dan weer de nodige tijd en middelen. Het is op dit moment nog onzeker of integratiemedewerkers die ruimte ook zullen krijgen. Met andere woorden: is er geld of wordt dit simpelweg aan hun to-do-list toegevoegd?

Verplichting als bedreiging voor succes

Het moet gezegd: het buddyschap is enig in zijn soort. Een buddy is geen vriend, geen familie, noch een professional. Die ongedwongen en informele sfeer zorgt voor vertrouwen tussen het duo en creëert een veilige basis om vragen te stellen en fouten te durven maken, zonder dat de nieuwkomer daarvoor afgestraft wordt. De vrijwillige buddy kan doen voor de inburgeraar, wat de maatschappelijk assistent niet kan: een Whatsapp-berichtje buiten de kantooruren, een uitnodiging voor het jaarlijkse familiefeest, eens meegaan tot aan de deur van de plaatselijke sportclub. Het feit dat buddy’s zoals Sandy niet betaald worden, maar zich vrijwillig engageren blijkt dus van onschatbare meerwaarde. Nieuwkomers kunnen dit vrijwillig engagement bovendien zien als een oprechte interesse om hen te ondersteunen. Ook aan hun motivatie om in het buddytraject te stappen, kan niet worden getwijfeld.

Het formeel maken van iets waarvan de kracht juist in het informele, laagdrempelige en spontane karkater zit, lijkt de essentie van het buddysysteem te ondermijnen

Het is net dat wat in het nieuwe decreet op de schop gaat: de deelname aan een buddywerking wordt verplicht, althans voor de nieuwkomer. Het formeel maken van iets waarvan zijn kracht juist in zijn informele, laagdrempelige en spontane karkater zit, lijkt de essentie van het buddysysteem te ondermijnen. Het is nog maar de vraag of de buddytrajecten die Vlaanderen voor ogen heeft, met vastgelegde procedures en documenten, dezelfde nabijheid tussen vrijwilliger en inburgeraar kan evenaren? Welke vrijwilliger wil een controlerende rol opnemen?

Burgers in de bres

Buddywerkingen zijn zeker niet nieuw, maar zitten al enkele jaren in de lift. Vanwaar deze plotse groei? We schuiven op richting een samenleving die burgers, zoals jij en ik, vraagt zich steeds meer te engageren en te participeren. Een positief gegeven op het eerste zicht, maar toch niet geheel onschuldig. Zo zouden besparingen in de sociale sector deze verschuiving deels sturen. Ook zou de overheid sommige kwesties, zoals integratie, niet meer de baas kunnen en zou daarom beroep doen op de inzet van vrijwilligers, zoals buddy’s.

In theorie werken zo’n buddytrajecten dan aanvullend op de gewone hulpverlening, maar de praktijk blijkt toch wat complexer. We zien bijvoorbeeld dat sommige buddy’s mee zoeken naar een betaalbare woonst voor hun nieuwkomer. Critici stellen dat buddysystemen op die manier taken en verantwoordelijkheden van betaalde professionals bij vrijwilligers leggen. Is het wel zo gemakkelijk om dit aan vrijwilligers over te laten? Uit interviews met beleidsmakers komt naar boven dat buddy’s vooral zelf moeten beslissen hoe ver ze willen gaan. Zulke onduidelijke verwachtingen, zoals deze onduidelijke taakverdeling tussen professional en buddy, kunnen spanningen en misverstanden veroorzaken.

En nu?

Dit alles neemt niet weg dat buddy’s nu verdiend in de spotlight komen te staan. De kracht van dit persoonlijk contact is meermaals gebleken. Kijk naar Ahmed die ondanks een moeilijke parcours hier kon aarden. Toch dient het beleid zich bewust te zijn van de beperkte impact van de duo-methodiek en dient het hoofdzakelijk zelf voldoende inspanningen te blijven leveren om een succesvolle integratie van nieuwkomers mogelijk te maken. Denk maar aan het werken aan toegankelijkheid en het bieden van een warm onthaal. Veel zal afhangen van hoe men buddywerkingen verpakt en voor welke doeleinden Vlaanderen ze wil inzetten. Alleen met voldoende ondersteuning kunnen buddyprojecten uitgroeien tot een succes.