De laatste paar nachten beweegt er iets. Als ik een eerste keer wakker word, weet ik helemaal niets meer van de voorbije uren. Ben ik naar het toilet geweest? Huilde een van de kinderen? Is mijn partner opgestaan? Geen flauw idee.
Dit is deel 3 van de slaapblog van journalist Thomas Detombe. Lees hier:
- Deel 1: ‘Ik ga met stress de trap op. Zal ik vannacht wel kunnen slapen?’
- Deel 2: 'Pas als ik écht slaperig ben, kruip ik in bed'
Blijkbaar begint de slaaprestrictie met kortere bedtijd vruchten af te werpen. Vroeger kon ik elke nacht reconstrueren. Ik sliep dan wel blokjes waarin ik telkens even ‘weg’ was, maar kon me evengoed alle wakkere momenten herinneren. En het onrustige gewoel na die momenten. Of de ervaring dat je in zekere zin wel slaapt, maar toch ook niet.
De laatste nachten beweegt er iets. Als ik wakker word, weet ik niets meer van de voorbije uren
Al te vaak bevond ik me in een vreemde tussentoestand. Net te diep verzonken om te kunnen beweren dat ik wakker was. Net te wakker en zelfbewust om te kunnen beweren dat ik sliep.
Maar nu is mijn (korte) nacht steeds vaker een zwart gat. Dankzij een uitgebalanceerd slaap-waakschema voel ik rond 22.30u of 23.00u enorme slaapgolven opkomen. De gekende ‘klop van de hamer’. Gelukkig hoef ik op dat moment nog slechts een half uur, maximum een uur wakker te blijven. Ik sta even op en loop wat rond. Steek een bord in de vaatwasser, of ga heel kort een frisse neus halen. Zo hou ik het vol tot 23.30u; het afgesproken tijdstip.
In bed aangekomen voel ik hoe die slaapgolven me bijna onmiddellijk meevoeren. Zalig om je daaraan over te geven. En zelfs na een eerste, diepe slaapblok lukt het soms om daarna nog even verder te slapen. De kwaliteit van mijn slaap stijgt onmiskenbaar.
Waarom helpt deze relaxatieoefening niet? Voor je er erg in hebt, raast er adrenaline, onmacht en kwaadheid door je lijf
Vroeger werd ik na een onrustige nacht vaak een uur vóór de wekker wakker. Slaap-belemmerende gedachten doken haast direct op. Kom ik dit laatste uur nog toe aan slaap? Wat als het niet lukt? Raak ik morgen de dag door? Waarom helpt deze relaxatieoefening niet? Voor je er erg in hebt, raast er adrenaline, onmacht en kwaadheid door je lijf.
Vandaag vertel ik mezelf dat ik al een mooi blok sliep en de naderende (werk)dag daarom oké zal zijn. Start to sleep adviseert om jezelf toe te spreken zoals je een vriend of je partner met slaapproblemen zou toespreken. Zeg niet ‘Morgen ga je je weer ellendig voelen’ maar ‘Het is wat het is’.
Als mildheid en acceptatie niet lukken, is er nog de gedachtestop. Die techniek verkleint je piekerruimte door stilzwijgend een betekenisloos woord te herhalen, als een mantra. Bloempot, kaasschaaf, vuurtoren: alles is goed. Je geest zal onvermijdelijk afdwalen, maar dan begin je gewoon opnieuw.
Constant denken aan een vuurtoren leunt dichter aan bij rustig wakker liggen. Op een rustige manier wakker liggen, leunt dan weer dichter aan bij slapen dan frustratie of een vechtmodus omdat het allemaal niet lukt.
Rust hangt ook samen met hoe je overdag je slaapprobleem benadert. Slechte slapers maken zich vaak zorgen over hun functioneren, knippen in hun sociale agenda of brengen hun slaapprobleem regelmatig aan bij vrienden en familie. Ook ik heb dat lange tijd gedaan. Ergens denk je dat je zo ‘werkt’ aan je slaapprobleem. In realiteit zet je alleen maar extra in de verf dat je een probleem hébt.
Begin je dag en nacht onder het motto ‘Het is wat het is’. Focus op de wetenschap dat je nooit de hele dag door even moe bent. Slaaptekort laat zich immers voelen in golven. Wie zich ‘s morgens overreden voelt door een vrachtwagen kan zeggen: ook dit gevoel gaat weer voorbij.