Hoe kun je je persoonlijkheid het beste omschrijven? Vijf dimensies volstaan, zo blijkt uit onderzoek.
De persoonlijkheid is een mix van karaktertrekken of facetten die deels bepalen hoe je je aanpast aan je omgeving of hoe je reageert in een bepaalde context. Die karaktertrekken zijn te groeperen in vijf dimensies, ontdekten Robert McCrae en Paul Costa (National Institutes of Health, VS) in de jaren 1970. Hun model, dat sindsdien bekendstaat als de ‘Big Five’, is gebaseerd op onderzoek dat de samenhang onderzocht tussen persoonlijkheidsgerelateerde adjectieven zoals ‘vriendelijk’, ‘ijverig’ of ‘makkelijk in de omgang’. Via de statistische techniek factoranalyse zochten wetenschappers naar het minimale aantal verschillende categorieën dat nodig was om die informatie op een betrouwbare manier samen te vatten. De adjectieven klonterden samen in vijf groepen: emotionele stabiliteit, altruïsme, openheid voor ervaringen, extraversie en consciëntieusheid. Elke cluster is een continuüm gaande van bijvoorbeeld heel introvert naar heel extravert, een spectrum dus. De meeste mensen bevinden zich ergens halverwege de twee tegenpolen.
Hoe zit jouw persoonlijkheid in elkaar?
Doe de test, opgesteld door wetenschappers, en zie hoe je scoort op de Big Five, de vijf dimensies van de persoonlijkheid die de psychologie definieert. Ben jij introvert, open, neurotisch, vriendelijk? En wat betekenen jouw scores?
Emotioneel stabiele mensen (of mensen met een zwakker neuroticisme) kunnen over het algemeen goed om met emotionele spanningen en stresserende situaties. In moeilijke omstandigheden reageren ze rustig en beheerst. Ze kunnen relativeren en gebeurtenissen in hun context plaatsen. Kritiek nemen ze over het algemeen niet persoonlijk, en negatieve feedback slaat hen niet uit hun lood. Ze hebben zelfvertrouwen. Als ze falen, veren ze makkelijk weer recht. Ze kunnen rust vinden en houden na een drukke, gespannen dag.
De tegenpool is neuroticisme of emotionele instabiliteit. Emotioneel instabiele mensen hebben de neiging om problemen en moeilijkheden uit te vergroten. Ze piekeren over hun ellende en als ze falen, ervaren ze dat heel intens. Kritiek komt dan ook erg hard binnen, waardoor ze die heel persoonlijk nemen. Daardoor stellen ze zichzelf snel in vraag. Ze zien alles somber in, maken van een muis een olifant en verwachten voortdurend moeilijkheden.
Ze twijfelen over hun vermogen om moeilijke en stressvolle situaties aan te pakken en voelen zich meestal niet veilig, zelfs niet in een vertrouwde omgeving. Als ze iets stressserends meemaken, vinden ze geen rust en hebben ze het lastig om hun batterijen weer op te laden.
Emotioneel instabiele personen hebben over het algemeen een negatieve kijk op de wereld. Ze zijn pessimistisch en ontevreden. Ze ergeren zich snel, maken zich vaak zorgen en kampen met schuldgevoelens. Ze kleineren zichzelf geregeld en hebben weinig zelfvertrouwen. Ze klagen over (vaak onbeduidende) kwaaltjes en geven zichzelf de schuld voor al hun ellende. Ze hebben de neiging zichzelf als minderwaardig te beschouwen en te bekritiseren. Bovendien ervaren ze hun omgeving als negatief en zien ze bijgevolg gevaar, crisissen en problemen waar er meestal geen zijn …
Negatieve emoties, zoals ongerustheid, angst, schaamte en verdriet, overvallen hen. Het voelt alsof ze voorbestemd zijn voor een leven vol miserie. Ze zijn erg gevoelig voor de onaangename kanten van het leven en zijn makkelijk aangedaan door situaties die anderen ‘hanteerbaar’ achten. Neuroticisme is een risicofactor voor de ontwikkeling van mentale problemen, zoals angst en depressie.
Mensen met een hoge of zeer hoge score op altruïsme zijn gevoelig voor andermans welzijn, zijn empathisch en vriendelijk. Ze komen welwillend, medelevend en amicaal over. Ze zijn loyaal en boezemen vertrouwen in. Ze verkiezen overleg en samenwerking boven competitie en confrontatie.
Ze zijn tolerant, vermijden conflicten en zoeken naar harmonie in relaties. Ze hebben oprecht interesse in het standpunt van anderen (wat ze denken, hoe ze iets ervaren of wat ze verlangen) en passen hun beslissingen en zichzelf daaraan aan.
Soms vinden ze het lastig om tegen de stroom in te gaan of de confrontatie aan te gaan met anderen, zelfs als dat echt nodig is. Om anderen niet te kwetsen en om ze op hun gemak te laten voelen, vermijden ze liever de confrontatie. Soms komen ze naïef over.
Aan de andere kant van het spectrum vinden we mensen die eerder een defensieve houding aannemen en relaties op een kille, sceptische manier aangaan. Soms gedragen ze zich zelfs ronduit vijandig. In relaties leggen ze de focus op zichzelf, op hun eigen standpunten en voordelen. Ze zijn niet gevoelig voor andermans problemen en houden geen rekening met emoties van anderen. Soms hebben ze zelfs helemaal geen empathie. Ze kijken vaak met strijdlust en agressiviteit naar verschillen, spanningen en conflicten die kunnen ontstaan in interpersoonlijke relaties. Zulke mensen zijn vaak hard, direct en eigenzinnig. Botsen ze op iemand met een afwijkende mening, dan zullen ze hun standpunt opleggen zonder zich zorgen te maken over het effect dat dit teweeg kan brengen. Voor hen is elke relatie een strijd. Ze zijn onafhankelijk en individualistisch.
Ze vinden anderen onbetrouwbaar en geven hun intenties niet snel bloot. Ze blijven als het ware op hun hoede. Ze gaan conflicten en confrontaties niet uit de weg en zijn in staat tegen de stroom in te gaan. Ook hebben ze geen behoefte zich aan te passen om bij een groep te horen, wat vaak tot botsingen leidt …
Extraverte mensen zijn enthousiast. Soms zelfs overenthousiast. In de omgang met anderen zijn ze op hun gemak. Ze spreken makkelijk mensen aan. Ze staan vol vertrouwen in het leven, zijn erg actief en hebben veel energie. Extraverte personen hebben de neiging contact te zoeken met anderen. Ze staan graag op de voorgrond en komen nooit onopgemerkt langs. Ze nemen vaak een dominante positie in in een groep, of dat nu professioneel of privé is. Ook zijn ze niet bang om op te vallen.
Vaak hebben ze een breed netwerk dat ze gemakkelijk kunnen uitbouwen en vernieuwen. Ze zijn assertief en drukken graag hun stempel op de beslissingen van een groep. Meestal zijn ze optimistisch en gevoelig voor de aangename kanten van het leven. Ze ervaren geregeld sterke, positieve emoties en gemoedstoestanden zoals blijdschap, enthousiasme en geluk. Ze zijn op zoek naar intense en stimulerende ervaringen.
Introverte mensen, daarentegen, hebben weinig vertrouwen, energie of enthousiasme. Ze zijn minder gevoelig voor de aangename kanten van het leven. Ze zijn eerder teruggetrokken en afstandelijk en vermijden intense ervaringen. Ze twijfelen om zich actief in te zetten voor hun omgeving. Ze ontwijken sterke en langdurige prikkels zoals groepen en drukke, luidruchtige omgevingen omdat ze die als heel negatief ervaren en er moe van worden. Werk en vrije tijd besteden ze het liefst alleen of met een beperkt aantal naasten. Ze genieten van en zijn op zoek naar rust en afzondering. Hun sociaal netwerk beperkt zich tot enkele vrienden en familieleden. Ze staan niet graag in de spotlights en laten anderen het initiatief nemen.
Consciëntieuze of plichtsgetrouwe mensen laten zich niet (af)leidend door wat er hier en nu gebeurt en door hun impulsen. Hun langetermijndoelstellingen sturen hun gedrag. Ze maken zorgvuldig plannen voordat ze handelen. Ze hebben respect en oog voor de wettelijke, morele en ethische normen van hun cultuur. Ze zijn serieus, verantwoordelijk en gedisciplineerd.
Ze respecteren over het algemeen hun engagementen en streven hun doelstellingen met volharding na. Ze zijn ambitieus, durven de lat voor zichzelf hoog te leggen, zijn in staat zichzelf te motiveren en stappen te ondernemen om hun doelen te bereiken. Ze werken met veel methodiek, orde, planningen … Kortom: ze hebben alles onder controle, ook hun emoties, impulsen en verlangens.
De tegenpool zijn ‘lakse’ mensen. Zij hebben de neiging zich te focussen op hun kortstondige emoties, sensaties en verlangens en zien niet in dat dat op de lange termijn soms negatief uitdraait. Ze zijn impulsief en handelen zonder na te denken. Ze beseffen niet dat sommige interessante, stimulerende belevenissen risico’s inhouden. Ze bekommeren zich niet om regels of wetten en hebben weinig plichtsbesef. Ze hebben het moeilijk met restricties. Als er geen onmiddellijke beloning vasthangt aan het vervullen van een taak, dan zijn ze weinig gemotiveerd. Dan hangt het vooral af van hun humeur en hun impulsen of ze aan de slag gaan. Lastige taken stellen ze uit. Opgelegde methoden, procedures en deadlines ervaren ze als hinderlijk en rigide. Ze werken liever op ‘feeling’ en leggen voor zichzelf de lat zelden hoog. Plannen, orde en respect voor deadlines vinden ze niet zo belangrijk. Geen wonder dat ze vaak te laat komen en deadlines niet halen.
Mensen die hoog scoren op deze cluster staan open voor elke nieuwe ervaring. Ze denken graag out of the box om zo tot nieuwe ideeën te komen. Ze experimenteren, ontdekken graag nieuwe manieren van aanpak, ideeën en methoden. Ze onderscheiden zich van anderen dankzij hun originaliteit en hun verbeelding. Meestal hebben ze een breed scala aan interesses. Ze zijn nieuwsgierig, waarderen en streven naar nieuwigheid en afwisseling in hun ervaringen. Bekende ideeën, methoden en omgevingen vervelen hen al snel. Ze houden van reflecties, speculaties en theorieën en waarderen abstracte en conceptuele analyses. Ze staan open voor suggesties en feedback van hun omgeving om hun gedrag te analyseren en bij te schaven. Ze verlangen ernaar zich verder te ontwikkelen en bij te leren.
Gesloten mensen, daarentegen, omschrijven zichzelf graag als pragmatisch, praktisch en concreet. Ze staan met beide voeten op de grond. Nieuwe problemen pakken ze aan met beproefde methoden en technieken in plaats van telkens nieuwe methoden uit te proberen. Ze zijn weinig ontvankelijk voor theoretische of filosofische redeneringen en waarderen nauwelijks abstracte discussies en reflecties. Hun voorkeur gaat uit naar wat nuttig, tastbaar en aanschouwelijk is. Het zijn gewoontedieren en ze zijn dan ook geen voorstander van veranderingen, zoals een wijziging van omgeving of methodiek.