Natacha Deroost, VUB onderzoekster als hoofddocent verbonden aan de vakgroep Experimentele en Toegepaste Psychologie, vertelt via wtnschp.be over aandachtsblindheid en de soms dodelijke selfies die daarop volgen.
Regelmatig duiken ze op in de media, de dodelijke selfies: een recent ontstaan fenomeen waarbij mensen omkomen tijdens het nemen van een foto van zichzelf met hun smartphone of tablet. Twee jonge Russen die het leven laten tijdens het nemen van een foto met een geactiveerde handgranaat, een Roemeense tiener die tijdens het nemen van een selfie bovenop een trein geëlektrocuteerd wordt door de hoogspanningskabels. Wat bezielt iemand om zulke selfies te nemen en zich moedwillig bloot te stellen aan levensgevaarlijke situaties? Iedereen kan slachtoffer worden, zo bleek wanneer een Japanse toerist van de trappen van de Taj Mahal viel tijdens het nemen van een selfie.
Er zouden in 2014 naar schatting 49 selfiedoden gevallen zijn, waarvan het merendeel in India. In 2015 zou de teller op 32 staan. Bijna driekwart van de selfieslachtoffers zijn mannen, en de leeftijd waarop de meeste selfiedoden worden geteld (27%) bedraagt 21 jaar. Een dodelijke val van een klif of een hoog gebouw is de meest voorkomende oorzaak, verdrinken of zich laten aanrijden door een trein vervolledigen de top drie.
Het feit dat meer mannen zich wagen aan het nemen van een foto met dodelijke afloop, is mogelijks te wijten aan de mannelijke hormonen die risicovol gedrag en competitie uitlokken. Het gegeven dat vooral jongeren het slachtoffer zijn van dodelijke selfies hoeft ook niet te verbazen: de leeftijdsgroep van 18-25 jaar neemt nu eenmaal de meeste selfies en wordt dus het meest blootgesteld aan de risico’s die hiermee gepaard kunnen gaan. Daarenboven kampen jongeren ook met een neurologisch nadeel. Tot de leeftijd van 25 jaar en later is ons brein nog in volle ontwikkeling, met name de voorste hersendelen die instaan voor de zogenaamde executieve functies. Deze zijn onder meer betrokken bij de impulscontrole, helpen ons om risico’s correct in te schatten en laten ons anticiperen op de gevolgen van ons gedrag. Toch zijn niet uitsluitend jongeren het slachtoffer van foto’s met een dodelijke afloop, wat aangeeft dat een ander fenomeen mee aan de grondslag ligt van de dodelijke selfie.
De veronderstelling dat we erg goed zijn in het oppikken van omgevingsprikkels blijkt een illusie
Zo zijn psychologen vertrouwd met het verschijnsel van aandachtsblindheid. Aandachtsblindheid verwijst naar het fenomeen waarbij je zo gefocust bent op een bepaald aspect van je omgeving dat je andere zaken, zelfs de meeste evidente, over het hoofd kan zien. Om het principe van aandachtsblindheid aan te tonen, kan je volgend filmpje bekijken van dribbelende jongeren en het aantal passen proberen tellen.
Heb je iets speciaals opgemerkt? Een gorilla, misschien? Het gorilla-experiment van Chabris en Simons (1999) groeide uit tot één van de meest bekende experimenten van de psychologie. Het experiment illustreert op ludieke wijze dat we veel minder oppikken van onze omgeving dan we zelf denken. In het experiment kregen de deelnemers bovenstaand filmpje te zien waarin twee teams, een wit en een zwart team elk bestaande uit drie leden, de bal doorgeven aan hun teamleden.
De deelnemers krijgen de opdracht de passes te tellen die het witte team aan elkaar doorgeeft. Halverwege de film duikt plots een man in een gorillapak op, plaatst zich te midden van de teams en klopt zich op de borst. Nadat de gorilla een volle negen seconden opvallend in beeld is geweest, verdwijnt deze weer. Wat blijkt achteraf? De helft van de deelnemers heeft de gorilla niet eens gezien!
De verklaring is eenvoudig: de deelnemers richten hun aandacht op het tellen van de passes van het witte team en doen dit dermate goed dat ze de gorilla simpelweg niet hebben opgemerkt. Je hoeft je dus zeker niet te schamen als ook jij de gorilla over het hoofd hebt gezien. De resultaten verbaasden zelfs de onderzoekers. De veronderstelling dat we erg goed zijn in het oppikken van omgevingsprikkels, blijkt dus niets meer of minder dan een illusie.
Aandachtsblindheid en aanverwante fenomenen illustreren dat aandacht een filterfunctie heeft. Net omdat we continu worden blootgesteld aan prikkels vanuit de externe omgeving (visuele, auditieve en andere fysieke prikkels) en interne omgeving (gedachten, gevoelens, lichaamseigen prikkels) dient ons brein een filtering of een selectie door te voeren. Deze selectieve aandacht is uitermate efficiënt onder normale omstandigheden.
Stel, je bent met de wagen aan het rijden op een onbekende baan. In dat geval is het erg nuttig dat je je aandacht enkel kan richten op de prikkels die relevant zijn voor de taak waarmee je bezig bent (zoals de verkeersborden lezen, je gps volgen…) zodat de overige, minder relevante prikkels minder tot je doordringen (zoals je smartphone die trilt, de radiopresentator die de hitparade presenteert …).
Selectieve aandacht of een filtering doorvoeren van prikkels stelt ons brein in staat om capaciteit uit te sparen en efficiënter te werken. Nadeel van deze filtering is dat we dingen over het hoofd zien wanneer die zich niet in onze beperkte aandachtfocus bevinden, zelfs wanneer de prikkel erg opvallend is, zoals een zwaaiende man in een gorillapak. Een gebrek aan aandacht maakt ons bijgevolg functioneel blind.
Uit onderzoek dat de oogbewegingen analyseerde van deelnemers die de gorilla niet hadden gezien, blijkt dat deze er gemiddeld wel één seconde naar hebben gekeken! Dat betekent dus dat we al ziende ‘blind’ kunnen zijn; zelfs al kijken we naar een prikkel, wil dit nog niet zeggen dat we deze prikkel ook daadwerkelijk verwerken. Dit heb je waarschijnlijk zelf ook al eens ervaren: je leest een tekst maar je bent er niet echt bij met je gedachten. Je ogen en aandacht bevinden zich dus op een verschillende plaats en de betekenis van de tekst dringt niet tot je door.
Aandacht heeft dus zijn beperkingen en wanneer een prikkel zich niet in je aandachtfocus bevindt, kan je aan aandachtsblindheid lijden. Dit overkwam de filmmaker die tijdens de montage van Troy het overvliegend vliegtuig over het hoofd gezien had, of de fotograaf die in al zijn photoshop-ijver Beyoncé van een derde arm had voorzien.
Op dezelfde manier kan aandachtsblindheid ook aanleiding geven tot een dodelijke afloop van een selfie. Je aandacht is dermate gericht op het nemen van de selfie, dat je blind bent voor de gevaarlijke situatie die zich plots voordoet (het ravijn dat nadert, de haai die opdoemt, de trein die in volle vaart op je afdendert, …). Je kan je hiertegen wapenen door de verleiding te weerstaan selfies te nemen in potentieel gevaarlijke situaties en je steeds bewust te blijven van je omgeving door je aandacht continu te wisselen tussen de selfie en je omgeving.
-Natacha Deroost, oorspronkelijk verschenen op wtnschp.be.