Wetenschapsblog

Er was eens ... een Philip Glass-opera

Het werk van de Amerikaanse componist Philip Glass herken je door herhaling en een gevoel van tijdloosheid. Zijn opera’s lijken geen verhaal te vertellen. Carolien Van Nerom is echter overtuigd van het tegendeel. In dit artikel schrijft ze over het verhalende aspect van de muziek in Glass’ opera’s.

“Gedurende het grootste deel van de halve eeuw waarin Philip Glass’ creatieve leven zich tot nu toe afspeelde, zijn luisteraars gewend geraakt om slechte ervaringen te verwachten, die ze al snel uit het hoofd bannen en in de toekomst steevast vermijden,” schrijft muziekcriticus Robert Maycock in zijn boek Philip Glass: A Portrait. Wie nog nooit van Philip Glass heeft gehoord, kan het inderdaad een uitdaging vinden om zijn muziek te appreciëren. Zelfs nu, na 50 jaar carrière, blijft het voor sommige luisteraars een hele opgave om een volledig concert of opera van Glass uit te zitten. Eind 2019 woonde ik een opvoering bij van Einstein on the Beach – de eerste opera van Glass. Achter mij zat een groepje van vier mensen, dat er al na een halfuur de brui aan gaf. Het Ictus Ensemble en Suzanne Vega deden nochtans hun best, daar op het podium van het Kaaitheater.

Een opera zonder verhaal?

Philip Glass (Lev Radin@Shutterstock)

Ondanks de ‘naysayers’ geldt Glass als de belangrijkste vertegenwoordiger van de Amerikaanse minimalistische muziek. Aan het begin van zijn carrière schreef hij vooral kamermuziek voor het Glass Ensemble, maar nu is hij ook heel bekend voor zijn film- en operamuziek. Het basisprincipe van zijn muziek is ‘herhaling’. Patronen in melodie-, ritme- of akkoordvorming, wat we in de muziek een motief noemen, worden dus telkens herhaald. Daardoor kan het lijken alsof een Glass-opera maar blijft duren. ‘Tijdloosheid’ is niet voor niets een sleutelwoord in de besprekingen van het werk van Glass en zijn stijlgenoten.  ‘Non-narratief’ komt ook vaak voor, wat erop wijst dat luisteraars vaak geen duidelijke plotlijn horen in deze muziek. Het publiek lijkt een verhalend hoogtepunt of een sluitend einde te missen bij Glass.

Maar bij de opvoering van Einstein on the Beach in het Kaaitheater (waar ik trouwens heel enthousiast over was) viel het me op dat ik toch een verhaal kon opmaken uit het geheel, hoewel de muzikanten op het podium juist de bedoeling hadden om enkel de muziek op de voorgrond te laten treden. Een opera vertelt nu eenmaal een verhaal, daar kun je niet omheen. Zelfs in Glass’ minimalisme lijkt ‘niet-verhalend’ me dus een te sterk woord. En dat is nu net wat ik probeer te ontdekken in mijn onderzoek: het verhalende aspect van de muziek in Glass’ opera’s. En meer specifiek de opera’s die hij baseerde op romans, sprookjes en kortverhalen. Het libretto (de tekst die de zangers zingen, de ‘lyrics’, zeg maar) en de oorspronkelijke tekst geven me de woorden om het muzikaal verhaal duidelijk te maken in mensentaal.

Personages in een muzikaal jasje

Om een voorbeeld te geven: in Les enfants terribles (gebaseerd op de gelijknamige roman van Jean Cocteau) ontmoet het publiek de grootste muzikale schurk in de huid van Élisabeth. Haar gespleten persoonlijkheid, die haar broer en schoonzus uiteindelijk tot de verdoemenis zal leiden, komt in de muziek tot uiting in de tegenstelling tussen de instrumentale begeleiding en de zangstem.

De zanglijnen vertellen veel over de personages. (David Beale@Unsplash)

Zanglijnen kunnen soms vlak lijken bij Glass – zeker als je ze vergelijkt met aria’s uit romantische of klassieke opera’s. Maar Élisabeth gaat zeer melodisch te werk als ze in haar element is: namelijk wanneer ze liegt en bedriegt. Dan klinkt ze als een klaterend beekje met wendingen en hellingen, terwijl ze in andere gevallen binnen het repetitieve, eerder statische kader blijft zingen.

Een modernistische held vind je dan weer bij The Trial, een opera gebaseerd op Der Prozess van Franz Kafka, die zich afspeelt rond de Eerste Wereldoorlog.

Het hoofdpersonage Josef is een voorvechter van een betere positie voor de vrouw in de maatschappij. Waar zijn tijdgenoten eenzijdig en neerbuigend reageren op de werkende vrouw, is Josef K.’s standpunt eerder gelaagd. Hij behandelt vrouwelijke personages overwegend met respect, maar verliest zich ook soms in de visie van zijn mannelijke tijdgenoten. Die gelaagdheid vertaalt zich ook in de muziek: de zanglijn bij K. gaat vaak op en neer, met grote verschillen in geluidssterkte, melodielijnen die omhoog en omlaag gaan, of ritmes die in contrast staan met die van andere personages. 

Tijd en ruimte op de notenbalk

Niet alleen personages, maar ook tijd-en-ruimte-settings worden muzikaal verschillend uitgewerkt. In Waiting for the Barbarians, dat gebaseerd is op de gelijknamige roman van J.M. Coetzee, is er een duidelijk verschil tussen realiteit en droomwereld.

Carolien analyseert zeer zorgvuldig, stap voor stap, de partituur. © Carolien Van Nerom

Glass gebruikt het koor en een variatie in instrumenten om een verschil te maken tussen droom en werkelijkheid. Het koor zingt bijvoorbeeld alleen klanken (geen tekst) tijdens de dromen van het hoofdpersonage. De dromen werken bovendien hoorbaar naar een climax toe. Bij elke nieuwe droom worden instrumenten toegevoegd, zodat uiteindelijk de laatste droom de grootste bezetting heeft. Ragtime-ritmes – die ingaan tegen het gevoel van een reguliere puls of beat – komen vaak voor bij Glass. Ze geven een gevoel van jazz, maar hebben op vlak van het oproepen van een ruimte ook verschillende functies.

In Les enfants terribles worden ze bijvoorbeeld geassocieerd met een café, maar in The Trial dan weer met een theater. Dit doet Glass door burleske ritmes toe te voegen, vergelijkbaar met de snelle ritmes in songs zoals The Lady Is A Tramp (Lena Horne) of Jump, Jive An’ Wail (Louis Prima). Ook tijd wordt muzikaal uitgedrukt, zoals de flash-forwards in The Trial. Josef K. sterft aan het einde van het verhaal door executie, maar er wordt in de loop van de opera al op verschillende momenten vooruitgeblikt naar het tergend traag wandelen richting de executieplaats. Daarvoor gebruikt Glass het slagwerk, dat een traag wandeltempo aangeeft.

In het hoofd van Einstein

De operamuziek van Glass drukt dus personages, tijd, ruimte en andere narratieve effecten uit. Minimalistische muziek kan dus zeker verhalend zijn. Hoewel mijn onderzoek binnen de literaire studies blijft, met opera’s gebaseerd op romans, denk ik zelfs dat andere werken van Glass ook een verhalende capaciteit hebben. Terugkijkend naar Einstein on the Beach in Brussel herinner ik me dat de voorstelling deed denken aan een voortstuwend proces in de technologie. Hoe verder de opera vorderde, hoe meer alles zich tot een climax leek te bewegen. Lichten, muziek, plaatsen op het podium: alles werd steeds beweeglijker, of luider, of sneller … Het is moeilijk om de voorstelling dan niet aan de briljante, vooruitdenkende geest van Einstein te linken.

Zonder dat ik het wist, had ik de muziek dus gekoppeld aan informatie buiten de pure partituur om. Soms slagen muzikanten of componisten erin om louter muziek te brengen, maar veelal gaat muziek luisteren toch gepaard met het ontdekken van een verhaal. Het leuke aan muziek is dat het de luisteraars helemaal vrij staat om zelf het verhaal zo specifiek of zo vaag te maken als ze willen.

FOTO BOVENAAN: © CAROLIEN VAN NEROM

Met eigen oren horen?

Ben je nieuwsgierig geworden hoe dit nu eigenlijk allemaal klinkt? Beluister dan de muziek van Philip Glass via zijn Spotify-kanaal.

Philip Glass op Spotify