Gamen kan schoolprestaties verbeteren

Voor het onderzoek testte professor Alberto Posso van de RMIT Universiteit in Melbourne 12.000 Australische 15-jarigen op wiskunde, lezen en natuurwetenschappen. Ook verzamelde hij data over de online activiteiten van de leerlingen.

Uit zijn onderzoek blijkt dat leerlingen die (bijna) elke dag online games spelen 15 punten boven het gemiddelde scoorden voor wiskunde en 17 punten boven gemiddeld voor natuurwetenschappen.

Posso verklaart dat als je online games speelt je eigenlijk puzzels aan het oplossen bent om naar een volgend level te kunnen. En daarvoor gebruiken de gamende tieners algemene wiskundige, lees- en wetenschappelijke kennis en vaardigheden, die ze leren gedurende de dag. Docenten zouden volgens hem dus moeten overwegen om populaire games in hun programma op te nemen, zolang het geen gewelddadige games zijn.

Uit de verzamelde data over de online activiteiten van de leerlingen, bleek ook dat degenen die elke dag Facebook of chatprogramma’s gebruikten, 20 punten slechter scoorden voor wiskunde dan leerlingen die nooit sociale media gebruikten.

Een eerste verklaring voor die slechtere score is volgens Posso de tijd die ze met chatten verliezen die ook aan studie besteed had kunnen worden. Daarnaast kan het ook aantonen dat juist leerlingen die moeite hebben met wiskunde, lezen en natuurwetenschappen online gaan om in plaats van te studeren te ontspannen met vrienden. Docenten zouden volgens Posso Facebook in hun lessen kunnen gebruiken, om ook de leerlingen te betrekken die afleiding zoeken op sociale media omdat ze moeite hebben met de stof.

Algemene boodschap van het onderzoek is dat niet alleen zaken als blijven zitten of lessen missen ervoor kunnen zorgen dat leerlingen minder presteren. Ook moet  er rekening gehouden worden met de impact op de studieprestaties van minder voor de hand liggende factoren, zoals online gamen en sociale media.