Gen verdrijft depressie
20 februari 2019 door ABEen specifiek gen aanschakelen laat symptomen van depressie verdwijnen. Toch bij mannetjesmuizen.
Beeld: Microfoto van een zenuwcel neuron in het brein van een muis.
Een bepaald gen in de hersenen van depressieve mannetjesmuizen activeren doet hun symptomen van depressie afnemen. Ze zonderen zich minder af van de andere muizen en krijgen opnieuw interesse in onder meer seks. Dat blijkt uit een onderzoek van neurowetenschappers aan de Amerikaanse Augusta University. Ze hopen dat dezelfde ingreep bij menselijke patiënten met een depressie vergelijkbare resultaten oplevert.
Wat de wetenschappers nog niet weten, is waarom de ingreep niet werkt bij depressieve vrouwtjesmuizen
Wetenschappers wisten al langer dat het SIRT1-gen een rol speelt bij depressie. Een actief SIRT1-gen staat namelijk in voor het activeren van zogenoemde stimulerende hersencellen. Die neuronen prikkelen andere hersencellen en zijn zo betrokken bij de communicatie tussen hersencellen. Bij depressiepatiënten zijn de stimulerende neuronen minder actief.
De onderzoekers activeerden het gen in de prefrontale cortex van depressieve mannetjesmuizen. Dat hersengebied speelt onder meer een rol bij plannen en sociaal gedrag. Ze zagen dat een actief SIRT1-gen de depressieve symptomen deed omkeren. De muizen trokken zich niet meer terug uit de groep en hun desinteresse verdween.
Nu willen de wetenschappers uitzoeken waarom depressieve vrouwtjesmuizen geen baat hadden bij het activeren van het gen. Het is namelijk wel bekend dat ook bij vrouwen het SIRT1-gen betrokken is bij depressie.
De onderzoekers hopen dat de vondst kan leiden tot een medicijn dat het SIRT1-gen aanschakelt. Misschien bestaat er zelfs al een medicijn met dat effect en is het alleen nog niet gebruikt om een depressie te bestrijden.