Wetenschappers hebben mogelijk een eerste aanwijzing gevonden die genderdysforie biologisch kan verklaren. Ze stelden bepaalde genetische varianten vast bij transgenders die bij niet-transgenders niet aanwezig waren.
Mensen met genderdysforie ervaren een verschil tussen hun genderidentiteit en hun geslacht. Je bent bijvoorbeeld biologisch gezien een man, maar je voelt je een vrouw. De Amerikaanse wetenschappers onderzochten het DNA van 13 trans mannen en 17 trans vrouwen. De genetische varianten gevonden bij deze mensen waren niet aanwezig bij de 88 niet-transgenders uit een controlegroep. Ook in grote controle DNA-databanken waren deze genetische varianten uiterst zeldzaam of afwezig.
De Amerikaanse wetenschappers ontdekten 21 variaties in 19 genen die in de oestrogeen pathways (biologische pathways zijn een reeks interacties tussen moleculen in een cel die tot een bepaald product of een verandering in een cel leiden, red.) cruciaal zijn bij het vaststellen of de hersenen overwegend mannelijke of vrouwelijke kenmerken hebben. Uit dieronderzoek blijkt dat bepaalde hersengebieden bij mannen en vrouwen in vorm verschillen. “Dat zegt natuurlijk niets over de werking van onze hersenen,” licht Professor Martine Cools, endocrinoloog aan het UZ Gent, toe. “Op vlak van hersenontwikkeling speelt de invloed van hormonen wel een rol. Zo zien we dat jongens en meisjes vaak verschillend spelgedrag vertonen, uiteraard met overlap en uitzonderingen. Ook bij volwassen mannen en vrouwen zien we opnieuw andere gedragingen en talenten, wat voor een deel beïvloed wordt door die geslachtsspecifieke hersenontwikkeling.”
Functionele effect van genetische varianten
Volgens de wetenschappers kunnen deze genetische varianten mogelijk in verband worden gebracht met de genderidentiteit. Cools stelt zich echter vragen bij het onderzoek. “Men heeft in het onderzoek gekeken naar genetische varianten in de oestrogeen pathway omdat deze pathway de enige is die tot nu toe in verband is gebracht met de geslachtsspecifieke ontwikkeling van de hersenen. Maar elk individu heeft meer dan 5000 genetische varianten, die verspreid zijn over álle biologisch belangrijke pathways. Dat is precies de reden waarom mensen van elkaar verschillen. Het is dus logisch dat je ook varianten zult vinden in de oestrogeen pathway. In het onderzoek met 30 transgender individuen kwam niet telkens hetzelfde type variant terug. Bovendien is er geen duidelijkheid over het functionele effect van die varianten op de processen die in het lichaam gebeuren.” Aldus Martine Cools.
Uit eerder onderzoek blijkt dat eeneiïge tweelingen, die hetzelfde genetisch materiaal hebben, meer kans hebben om allebei genderdysfoor te zijn dan gewone broers en zussen. “Dat toont aan dat een genetische component mee een rol speelt. De onderzoekers hebben geprobeerd om na te gaan of het zin heeft om de genetische varianten in oestrogeen pathways te onderzoeken. Maar of dit een nuttige weg zal zijn om te bewandelen, is nog moeilijk te voorspellen.” Aldus Cools.