Advocaten keren zich steeds meer tot de neurowetenschap om de onschuld van hun cliënt te bewijzen. Maar hersenscans en genetische informatie hebben weinig overtuigingskracht.
"‘Slechte genen’ helpen over het algemeen niet om de straf te verzachten"
Tot dat besluit kwamen psychologen na de studies te van de afgelopen jaren te hebben onderzocht.
Schuldige genen hebben nochtans al een paar strafverminderingen op hun naam staan. In 2011 bijvoorbeeld, verminderden ze de celstraf van de Italiaanse Stefania Albertani van levenslang naar twintig jaar. Op hersenscans was te zien hoe haar grijze hersenmassa afwijkt van de norm, in hersengebieden gelinkt aan agressie en een gebrek aan zelfcontrole. Uit genetische tests bleek een lage activiteit van het MOAO-gen, dat in verband zou staan met gewelddadig gedrag.
Dat voorbeeld is eerder uitzondering dan regel. Psychologen Nicholas Scurich en Paul Appelbaum, van de Universiteit van Californië en de Columbia University College of Physicians and Surgeons, verklaren in Nature dat de wetenschap voorlopig in het nadeel van de schuldige genen pleit. Die mening baseren ze op wetenschappelijke studies van de jongste jaren. ‘In echte zaken verlicht neurowetenschap de straf zelden en experimenteel onderzoek toont helemaal geen effect aan’, schrijven ze.
De bewijslast. Uit de grootste overzichtsstudie van Amerikaanse rechtszaken bleek dat ‘slechte genen’ over het algemeen niet helpen om de straf te verzachten. Bij deelnemers uit acht experimenten had genetische bewijslast geen invloed op hun oordeel of iemand al dan niet schuldig was en in welke mate die gestraft moest worden. De enige studie die een effect toont, wees uit dat Amerikaanse rechters een hypothetische beklaagde een straf van gemiddeld dertien jaar gaven in plaats van veertien. Duitse rechters vielen echter niet voor het argument.
Volgens Appelbaum valt het gebrek aan succes van genetisch bewijsmateriaal te verklaren doordat het tegenstrijdige conclusies oproept. ‘Enerzijds kunnen de rechter en de jury oordelen dat de beklaagde minder verantwoordelijk is voor zijn daden, anderzijds kunnen ze denken dat hij of zij makkelijker zal hervallen.’