Ruim een op vijf geïnterneerden in Belgische gevangenissen verblijft in gevangenissen. Daar worden psychische problemen alleen maar erger.
Vergeetputten. Zo omschreef advocaat Jos Vander Velpen de geïnterneerdenafdelingen in de Belgische gevangenissen. Enkele jaren geleden werden die vergeetputten wereldnieuws, toen Frank Van den Bleeken euthanasie aanvroeg voor ondraaglijk psychisch lijden. De man was geïnterneerd wegens moord en verkrachting en zat toen al dertig jaar in de gevangenis , zonder gepaste zorg en zonder uitzicht op vrijlating. Zijn verzoek om naar Nederland te worden overgeplaatst, waar de zorg voor geïnterneerden beter is, werd geweigerd.
In 2015 kreeg hij het fiat voor zijn dood. Er werd zelfs een datum geprikt en de begrafenis was al geregeld. Maar op het laatste moment kreeg Van den Bleeken een ander toekomstperspectief. Hij werd overgeplaatst naar het forensisch psychiatrisch centrum (FPC) van Gent, en later naar een nieuw opgericht centrum voor long stay. Daar kunnen mensen terecht die zijn uitbehandeld en een te groot gevaar vormen voor de maatschappij om te worden vrijgelaten. Van den Bleeken is blij dat hij nog leeft, vertelde Vander Velpen, die destijds optrad als zijn advocaat.
Er is sindsdien wel meer veranderd. Na herhaaldelijke veroordelingen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wegens de onmenselijke behandeling van geïnterneerden zijn er nieuwe FPC’s opengegaan. Toch verblijven vandaag nog altijd ruim 750 geïnterneerden in Belgische gevangenissen – ongeveer een op de vijf. Pas in 2027 komen er nog drie FPC’s bij. Intussen blijft het behelpen met wat extra zorgverleners hier en daar. Experts wijzen erop dat een gevangenis geen goede behandelcontext is. Vaak worden psychische problemen er alleen maar erger, en er heerst veel wantrouwen tegenover justitie en hulpverleners.
Waar je woont, welke psychiater het verslag maakt en welke stoornis je toegedicht krijgt: het kan een groot verschil maken
Een interneringsmaatregel is op papier een gunst, maar in de praktijk is het vaak een ticket naar de gevangenis, zegt psycholoog en criminoloog Ciska Wittouck verderop in dit blad. Daders hadden vaak liever een ‘gewone’ celstraf gekregen, want gepaste zorg bij internering is er zeker niet altijd, en bovendien staat er geen einddatum op de maatregel.
Hoe beslist de rechter eigenlijk wie geïnterneerd wordt en wie een ‘gewone’ celstraf krijgt? Met andere woorden: wie wordt ontoerekeningsvatbaar verklaard? Journalist Thomas Detombe ontdekte dat er sprake is van willekeur. Waar je woont, welke psychiater het verslag maakt en welke stoornis je toegedicht krijgt: het kan een groot verschil maken. Bovendien wordt het verslag vaak opgesteld na een gesprek van amper een kwartiertje.
De grote vraag is wat je als maatschappij doet met mensen met een psychische problematiek die strafbare feiten plegen. Gestoord en gevaarlijk, dus wegstoppen in een vergeetput? Of zijn het medemensen die recht hebben op gepaste zorg en een toekomstperspectief?