Waarom ontwikkelt de een klachten na een heftige gebeurtenis, en de ander niet? Zo vroeg een aantal hersenonderzoekers (Donders Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen), waaronder Reinoud Kaldewaij die op het onderwerp promoveerde, zich af. ‘Stressgerelateerde problemen, zoals een posttraumatische stressstoornis (PTSS), komen vaak samen voor met problemen in het reguleren van emoties,’ legt Kaldewaij uit. We wilden weten of de een meer stress krijgt na een heftige gebeurtenis doordat hij of zij zijn emoties minder goed kan reguleren, of dat het andersom is en stress leidt tot problemen met het reguleren van emoties.’
Om daarachter te komen, onderzochten de hersenwetenschappers ruim driehonderd Nederlandse politieagenten in opleiding. Eenmaal toen die net aan de opleiding begonnen, en nog eens zestien maanden later. Kaldewaij: ‘Het is vrijwel zeker dat agenten in opleiding iets potentieel traumatisch gaan meemaken. Denk aan het zien van lijken. Of om moeten gaan met verwarde mensen die geweld gebruiken.’
Blije en boze gezichten
De agenten voerden onder een hersenscanner een zogenoemde approach avoidance-taak uit. Ze kregen foto’s te zien van blije en boze gezichten en moesten die met een joystick van zich afduwen of naar zich toetrekken. Onze automatische reactie is om de boze gezichten weg te duwen en de blije gezichten naar ons toe. Als je op een andere manier wilt reageren, bijvoorbeeld omdat je als agent toch een agressief iemand moet benaderen, kost dat meer moeite. Bij het uitvoeren van de taak bleken in ieder geval twee hersengebieden betrokken: de amygdala en de anterior prefrontale cortex. De amygdala speelt een rol bij het verwerken van emotionele informatie en de anterior prefrontale cortex bij het reguleren van reacties op emotionele gebeurtenissen.
‘Mogelijk kun je de anterior prefrontale cortex activeren, waardoor je mensen een zetje in de goede richting geeft en ze de confrontatie aandurven’
Na zestien maanden werden de agenten bevraagd over de traumatische ervaringen die ze hadden meegemaakt en of ze daar klachten zoals slaapproblemen, stress en gevoelens van angst aan overhielden. Alleen de agenten die aangaven dat ze in die periode de meest traumatische gebeurtenis uit hun leven hadden meegemaakt, bleven meedoen aan het experiment. De politiemannen die in het begin van hun opleiding een actieve anterior prefrontale cortex hadden, bleken minder klachten over te houden aan de heftige gebeurtenis.
‘De mate van activatie in de anterior prefrontale cortex laat zien hoeveel emotionele controle iemand heeft over zijn of haar gedrag,’ legt Kaldewaij uit. ‘Mogelijk zorgt het actieve hersengebied voor een minder sterke toename van het stresshormoon cortisol na een stressvolle gebeurtenis, maar dat moet nog verder onderzocht worden.’ Ook willen de hersenonderzoekers nog weten of het hersengebied vooral een rol speelt in het verminderen van PTSS-klachten tijdens het meemaken van het trauma, of juist daarna. Als de gebeurtenis herbeleefd wordt bijvoorbeeld.
De bevindingen kunnen uiteindelijk zorgen voor interventies bij trauma’s. Kaldewaij: ‘Het vermijden van traumagerelateerde zaken speelt een belangrijke rol bij PTSS. Uit ander onderzoek blijkt dat het overwinnen van die vermijding samengaat met een actieve anterior prefrontale cortex. Mogelijk kun je de anterior prefrontale cortex activeren, waardoor je mensen een zetje in de goede richting geeft en ze de confrontatie aandurven. Dat is namelijk vaak heel moeilijk.’