Het onderzoek naar de ziekte van Alzheimer zit muurvast. Ook voor parkinson ligt niet onmiddellijk genezing in het verschiet. Hoe komt dat en wat hoe moeten we daarmee omgaan?
Oudere lezers kennen vast Alan Alda nog. De acteur speelde de hoofdrol in M*A*S*H, de Amerikaanse televisieserie uit de jaren 1970 over een mobiel veldhospitaal in de Koreaanse Oorlog. Nog tijdens zijn acteercarrière ontpopte Alda zich tot een begenadigd wetenschapscommunicator in de VS, vaak in samenwerking met ons zusterblad Scientific American. De laatste jaren zet hij zich in om de ziekte van Parkinson onder ruimere aandacht te brengen.
Zelf stapte Alda in 2015 naar de neuroloog toen hij zeer levendige dromen kreeg, waarbij hij ook tot fysieke actie overging. Het verband tussen actieve dromen – een stoornis in het remslaapgedrag – en neurodegeneratieve ziekten zoals parkinson was al langer gelegd, maar veel bewijs was er niet. Sinds Alda zijn arts uitdrukkelijk verzocht om een hersenscan, is er vooruitgang geboekt in het ontrafelen van deze vroegtijdige signalen, wat een snellere diagnose én behandeling oplevert.
In België lijden naar schatting tussen de 30.000 en 35.000 mensen aan parkinson. De ziekte staat wat in de schaduw van alzheimer, dat circa 140.000 mensen treft. Dementie, waarvan alzheimer de bekendste verschijningsvorm is, groeide de voorbije jaren uit tot de belangrijkste doodsoorzaak. Het maakt een doeltreffende behandeling urgent. Maar net daarin slaagt de wetenschap maar niet. Al decennia draait de discussie rond de zogenaamde amyloïdecascadehypothese. Eiwitten klonteren samen tot plaques en vormen een kluwen van eiwitten die de functie van de zenuwcellen aantasten. De hypothese verdeelt de wetenschap in believers en non-believers.
Diepe breinstimulatie biedt voor sommige patiënten soelaas
Het onderzoek zit muurvast, concluderen twee Nederlandse wetenschapshistorici. Ze keken met de kritische blik van de buitenstaander naar het vakgebied in crisis. Het helpt natuurlijk niet dat met het alzheimeronderzoek grote belangen gemoeid zijn. ‘Het is een kolossaal apparaat waar enorme bedragen in omgaan, en zulke apparaten streven altijd naar zelfbehoud’, schrijft hun collega Rienk Vermij, niet bij de studie betrokken, in ons breindossier. Vermij durft de vraag te stellen of we alzheimer wel als een ziekte moeten beschouwen. Zetten we niet beter alles in op geriatrie en aangepaste gezondheidszorg?
Ook voor parkinson ligt niet onmiddellijk genezing in het verschiet. Wel zijn er medicijnen en behandelingen die de levenskwaliteit verbeteren. Hersentechnologie gaat hard. Diepe breinstimulatie biedt voor sommige patiënten soelaas. De documentaire Theatre of Thought van Werner Herzog, die eind maart op het Leuvense festival ScienceVille in Belgische première gaat, bevat een treffende scène. In een splitbeeld zien we rechts een parkinsonpatiënt met een hersenimplantaat een beetje wankel maar overtuigend naar de camera lopen. Op het linkerbeeld kan de man amper van zijn stoel rechtkomen en raakt hij zonder assistentie geen stap vooruit. ‘Zijn implantaat staat af,’ neuzelt Herzog buiten beeld.
Ook topneurowetenschapper Joseph LeDoux, die in de nieuwe Eos over zijn onderzoek vertelt, werkte mee aan de film. Ga kijken.