Dankzij de combinatie van MRI en microscopie kunnen onderzoekers het muizenbrein tot in het kleinste detail in beeld brengen.
Beeld: Deze MRI-afbeelding van een muizenbrein heeft een resolutie van slechts vijf micrometer.
Amerikaanse wetenschappers zijn erin geslaagd een MRI-afbeelding te maken die meer dan zestig miljoen keer scherper is dan standaard MRI-hersenscans en duizend keer gedetailleerder dan de beste wetenschappelijke MRI-beelden. Ze gebruikten een tomograaf met een magneet van 9,4 Tesla, meer dan drie keer zo sterk als die van klinische apparaten. Andere technische hoogstandjes: een speciale set gradiëntspoelen die honderd keer sterker zijn dan die in conventionele MRI's, en een krachtige computer om de enorme hoeveelheid gegevens te verwerken. Met behulp van diffusion tensor imaging (DTI) volgden ze ook de beweging van watermoleculen in het weefsel en konden ze het verloop van de zenuwvezels in kaart brengen.
De resulterende MRI-beelden hadden echter nog steeds niet de resolutie die microscopen kunnen bereiken. De onderzoekers onderzochten het hersenweefsel daarom ook met lichtplaatmicroscopie, een relatief nieuwe methode met een hoge resolutie. Hiermee konden ze onderscheid maken tussen verschillende soorten cellen - met een resolutie tot 1,8 micrometer. Vervolgens koppelden ze deze beelden aan de MRI-beelden. Het resultaat is een 3D-beeld van de zenuwverbindingen van een muis.
Het onderzoek heeft al eerste antwoorden opgeleverd. Bijvoorbeeld op de vraag wat er in de hersenen gebeurt als de muis ouder wordt: de achteruitgang heeft blijkbaar vooral invloed op het subiculum, een deel van de hippocampus dat betrokken is bij het langetermijngeheugen.