Ik heb al eerder vermeld dat ik een talenfanatiekeling ben. Tijdens de lockdown heb ik mijn Italiaans dan ook wat opgefrist. En er viel me iets merkwaardigs op: naarmate mijn woordenschat zich uitbreidde, gingen Nederlandse en Engelse woorden verloren.
Hannelore Prinsen zit in het vijfde jaar wiskunde-wetenschappen. Ze blogt over wetenschap op en naast de schoolbanken.
Zo was ik laatst voor een hele week het Engelse woord voor “look” kwijt. Hoe hard ik er ook naar zocht, het enige dat bij me opkwam was het Italiaanse “aglio”. Toen ik mijn brein streng wees op de fout, kreeg ik “look” terug.
Ik zou zweren dat het op het puntje van mijn tong lag. Ik voelde de letter A tussen mijn smaakpapillen prikken, maar ik kon er niets aanknopen. Dat gebeurt me niet alleen met woorden, maar ook met namen van klasgenoten of leerkrachten en met titels van nummers die ik jaren geleden op repeat had staan.
Hoe vaker we een herinnering opzoeken, hoe sterker de connectie wordt
Mijn nieuwsgierige zelf kon het niet laten erover te beginnen fantaseren. Wat zou er toch gebeuren met mijn geheugen? Veranderden de woorden van plaats? Gingen er deurtjes open en toe? Zocht ik op de verkeerde plek?
Uiteindelijk bezweek ik, en ik zette mezelf aan mijn computer om een duik te nemen in de vage wereld van neurowetenschap.
Na een flinke kop thee en een zelf toegebrachte hoofdmassage om die golf van informatie te verwerken, ben ik hier met de resultaten.
We bereiken onze herinneringen via de connecties die bestaan tussen de neuronen. Hoe vaker we een herinnering opzoeken, hoe sterker de connectie wordt. Wordt de herinnering minder belangrijk, dan wordt de connectie zwakker of verdwijnt zelfs volledig.
Dat verklaart waarom ik me nu niet meer kan herinneren hoe de nummers heten die ik vroeger zo graag luisterde. Ik wil diezelfde weg volgen, maar de weg is in kwaliteit gedaald van Nederlandse weg naar Belgische weg.
Soms kan het ook zijn dat we iets nieuws koppelen aan een woord, dat vaker gebruikt wordt dan de oude verbinding. Zo zal een jong kind bij het horen van het woord “geel” misschien denken aan een tekening van een jong eendje, en dertig jaar later aan de muur van de kinderkamer.
Ik heb mezelf in de laatste paar weken geconditioneerd om het Italiaanse woord voor look te onthouden. Keer op keer heb ik dus het pad gevolgd van een teentje look naar “aglio” en terug. Toen ik vervolgens datzelfde teentje look opriep om te gaan zoeken naar het Engelse woord, ging ik rechtstreeks naar de “aglio”.
Vervolgens ging ik vertalen – want ook dat was ik ondertussen gewoon – wat me weer “look” opleverde.
Zo kom ik dus in eindeloze denkcirkels terecht, terwijl mijn luisterpubliek me vol verwachting aanstaart. Dat zou voor mij een seintje moeten zijn dat ik het wat rustiger aan moet doen met de talen, maar ja.
Wie gaat me… wat is het woord… tegenhouden?