Het visuele woordenboek in ons brein
24 maart 2015 door Eos-redactieAls we een woord zien dat we kennen, dan schiet een breingebied genaamd visual word form area (‘visuele woordvormingsgebied’) in actie. Dat geldt ook als we een onbestaand nonsenswoord aanleren, zo blijkt.
Als we een woord zien dat we kennen, dan schiet een breingebied genaamd visual word form area (‘visuele woord- vormingsgebied’) in actie. Dat geldt ook als we een onbestaand nonsenswoord aanleren, zo blijkt.
Amerikaanse onderzoekers deden die ontdekking na onderzoek met een hersenscanner bij 25 volwassen proefpersonen. Die moesten 150 nonsenswoorden aanleren. Voor, tijdens en na het leerproces hielden de wetenschappers hun hersenactiviteit bij met een functionele MRI-scan. De nonsenswoorden werden aangemaakt door een database genaamd MCWord, die onbestaande maar wel orthografisch correcte woorden genereert.
Zo zagen de onderzoekers, die verbonden zijn aan de universiteit van Georgetown (VS), dat de activiteit in de visual word form area in de loop van het leerproces verandert. De zenuwcellen reageren anders op de woorden als ze bekend zijn, dan als de proefpersoon ze nog niet kent.
Het maakt daarbij niet uit dat het om onzinwoorden gaat – of, zoals de onderzoekers het zelf noemen, pseudowoorden. Het gaat erom of ons brein een woord (her)kent of niet. De onderzoekers spreken daarom van een visueel woordenboek in ons brein. Daardoor zien we bekende woorden niet als een verzameling letters, maar als één beeld.
Volgens de onderzoekers kan hun bevinding ook personen met leesproblemen helpen. Gewoonlijk krijgen we als kind woorden aangeleerd door ze hardop te spellen, maar die methode schiet mogelijk tekort voor dyslectici. Mogelijk kunnen ze woorden beter onthouden en herkennen door ze als een visueel object te beschouwen. De onderzoeksresultaten verschenen in het vakblad Journal of Neuroscience. (adw)