Hyperactieve hersenregio saboteert genot
31 december 2015 door Eos-redactieNeuropsychologen ontrafelen het hersennetwerk dat de mist in gaat bij mensen met anhedonie - het onvermogen om te genieten.
Neuropsychologen beschrijven in Science het hersennetwerk dat de mist ingaat bij mensen met anhedonie - het onvermogen om zich prettig te voelen, om ergens van te genieten, vaak geassocieerd met depressie of schizofrenie.
Sommige mensen zijn geboren genieters, anderen vinden het veel moeilijker om simpelweg te profiteren van wat prettig is. Lukt het een patiënt echt niet meer om waardering op te brengen voor de leuke dingen in het leven, dan spreken psychiaters van 'anhedonie'. Die aandoening komt vaak voor bij mensen met een depressie en is ook één van de kenmerkende symptomen van schizofrenie.
Uit beeldvormingsonderzoek was eerder al gebleken dat anhedonie vaak samengaat met een verhoogde hersenactiviteit in een deel van onze voorhoofdsschors, meer bepaald in het deel van de zogenaamde gordelwinding dat onder de 'knie' van de hersenbalk ligt. Maar hoe die de werking van de dieper gelegen genots- of beloningscentra verstoorde was vooralsnog een raadsel.
Amerikaanse wetenschappers beschrijven deze week in Science een reeks experimenten waarvoor ze de genen van bepaalde hersencellen zo wijzigden dat ze onder invloed van gekleurd licht aan- en uitgeschakeld konden worden. Daarnaast registreerden ze voor het eerst de hersenactiviteit van ratten die bij bewustzijn waren, zodat ze zeker wisten met welk gedrag de activiteit overeenkwam.
Een sleutelrol bleek weggelegd voor het stukje brein dat vanwege zijn gestreepte uitzicht 'striatum' heet. De aanvoer van de met genot geassocieerde signaalstof dopamine uit de hersenstam stimuleerde de activiteit van het striatum. Maar een onregelmatige overdosis van de concurrerende signaalstof glutaminezuur vanuit de voorhoofdsschors saboteerde die activiteit – de ratten verloren hun interesse in suikerwater of in gekleurd licht dat de aanvoer van dopamine bevorderde.
Blijkbaar is de voorhoofdsschors, die er doorgaans voor zorgt dat we onze zelfcontrole behouden en onszelf dus niet volledig verliezen in genot, bij sommigen veel te streng voor het beloningscentrum.