Journalist Thomas Detombe slaapt slecht. Om daar verandering in te brengen, schreef hij zich in voor een erkende online slaaptraining van zes weken. Zijn ervaringen lees je wekelijks in deze blog.
Vroeger leek mijn slapend bestaan op tanden poetsen. Een gewoonte, iets waarbij je amper stilstaat: je doet het gewoon. Dat veranderde in 2016, toen ik een burn-out kreeg. Jarenlang opgebouwde spanning vond geen uitweg meer en brak genadeloos door de deur van mijn slaapkamer.
Ik heb het bonken op die deur te lang genegeerd. Slaap was altijd iets voor later. Eerst het werk, het nachtelijk cafébezoek of die verre vliegreis, dwars door alle tijdzones heen. Ik stelde te weinig grenzen.
Sinds 2016 slaap ik lichter, word ik ’s nachts meerdere keren wakker en kan ik de slaap moeilijker vatten na een toiletbezoek. Dat vertaalt zich in vermoeidheid, concentratieproblemen en prikkelbaarheid overdag.
Na drie of vier opeenvolgende slechte nachten komen daar stemmingsproblemen bij. Wanhoop en depressieve gevoelens grijpen me. Werken verloopt steeds moeizamer, voor mijn twee zonen zorgen ook. ’s Avonds ga ik met stress de trap op. Zal het deze keer wél lukken?
Goede en slechte periodes wisselen elkaar al jarenlang af. Soms lukt het een tijdje om alles los te laten, dan slaap ik beter. En functioneer ik ook beter: als vader, partner en journalist. Maar evengoed kan slaapgebrek me dagen- of wekenlang teisteren. In die periodes neemt het al mijn mentale en fysieke ruimte in.
Slaap is als een handvol zand. Hoe harder je het probeert vast te grijpen, hoe dramatischer alles je door de vingers glipt
Ik ben niet alleen. Naar schatting één op drie mensen worstelt met slaapproblemen. Wie drie maanden lang minstens drie nachten per week slecht slaapt, lijdt aan chronische slapeloosheid. Dat verlaagt je levenskwaliteit en verhoogt je risico op depressie, angststoornissen en hart- en vaatziekten, enzovoort.
Slaap is als een handvol zand. Hoe harder je het probeert vast te grijpen, hoe dramatischer alles je door de vingers glipt. Anderzijds kan je een slaapprobleem niet zomaar laten rusten. Daarvoor is de impact op je dagelijks leven te groot.
In 2019 volgde ik een eerste keer slaaptraining aan het UZ Leuven. In groep. Onder leiding van een cognitief gedragstherapeut gingen we zeven weken lang op zoek naar betere nachten.
Onze slaaptrainer vertelde wat slaap is en hoe een goede slaaphygiëne bijdraagt tot een betere nachtrust. We hielden een slaapdagboek bij en wisselden ervaringen uit. Ook piekergedachten, ontspanning en verkeerd slaapgedrag kwamen aan bod.
Minder uren in bed, resulteert in kwalitatievere slaapuren, en dus minder wakkere tijd
Op basis van mijn slaapdagboek, werkte de trainer een slaap-waakschema uit. Dat vermindert de tijd die je in bed doorbrengt met de uren die je slaapt. Als je 6 van de 9 uren in je bed effectief slaapt, schrijft het schema je -bijvoorbeeld- bedrust voor van 23.00u tot 05.00u.
Minder uren in bed, resulteert in kwalitatievere slaapuren, en dus minder wakkere tijd. Je associeert je bed met slaap en pakt op die manier ook je getroebleerde relatie met de slaapkamer aan. Die strategie van slaaprestrictie werkt, maar niet onmiddellijk.
Aanvankelijk slaap je nog minder dan voorheen. Je drijft je slaapschuld kunstmatig op. Gelukkig merkte ik na een week dat dat mijn slaap - hoewel korter – kwalitatiever werd.
In 2019 hielp die slaaptraining me vooruit. Al keerden de slechte slaapperiodes nadien terug. Na een dagje Pukkelpop afgelopen zomer crashten mijn slaap en stemming opnieuw. Harder dan ik gewoon was. Hét signaal om opnieuw hulp te zoeken.
Mijn psychiater schreef een iets hogere dosis antidepressivum voor en zelf schreef ik me in voor Start to sleep: een erkende online slaaptraining van zes weken op basis van cognitieve gedragstherapie en Acceptance and commitment therapy (ACT).
Het persoonlijke verslag van die training én kant- en klare slaaptips lees je de komende zes weken in mijn blog op deze website.