Leerkrachten en klasgenoten lijken niet erg goed in het identificeren van eenzame jongeren uit hun klas.
Eenzaamheid kan je niet makkelijk zien bij anderen. Dit is niet onbegrijpelijk: het is tenslotte een innerlijke en subjectieve ervaring. Toch is het belangrijk dat we er voldoende aandacht aan besteden, want eenzaamheid die langdurig aanhoudt kan negatieve gevolgen met zich meebrengen. Zo hebben jongeren die langdurig eenzaam zijn meer last van slaapproblemen en depressieve symptomen.
We moeten eenzaamheid bespreekbaar maken
Gelukkig besteedt de media de laatste tijd meer en meer aandacht aan eenzaamheid, al ligt de focus hierbij meestal nog bij ouderen. Terwijl eenzaamheid ook vaak bij jongeren voorkomt. Het is zelfs zo dat jongeren en ouderen samen de grootste risicogroep voor eenzaamheid vormen.
Het is dus belangrijk op tijd in te grijpen bij eenzaamheid. Helaas is het voor jongeren vaak nog moeilijk om zélf de stap te zetten naar de hulpverlening. Vaak is de eenzaamheid dan al ver gevorderd en dan wordt het moeilijker deze aan te pakken.
Kunnen leerkrachten en klasgenoten helpen om eenzame jongeren te vinden?
Belangrijke anderen uit de omgeving kunnen misschien een cruciale rol spelen in het tijdig opsporen van eenzaamheid bij jongeren. Zo worden leerkrachten vaak geraadpleegd door hulpverleners om informatie te geven over het welzijn van hun leerlingen. Uit onderzoek blijkt ook dat het merendeel van de jongeren zijn of haar weg naar de hulpverlening vindt via de school.
In ons onderzoek keken we specifiek naar de percepties van leerkrachten en klasgenoten over eenzaamheid bij jongeren. We vroegen leerkrachten en leeftijdsgenoten om de eenzame jongeren uit hun klas te benoemen. Dit vergeleken we dan met de mate waarin de jongeren uit de klas zélf aangaven eenzaam te zijn.
Leerkrachten identificeerden slechts 25% van de eenzame jongeren uit hun klas
Wat blijkt? Zowel leerkrachten als klasgenoten zijn niet heel erg goed in het identificeren van de eenzame jongeren uit hun klas. Sommige leerlingen die aangaven zich heel eenzaam te voelen, werden helemaal niet genoemd door hun leerkracht of leeftijdsgenoten. Anderzijds waren er ook jongeren die zelf aangaven zich niet eenzaam te voelen, maar toch genoemd werden door hun leerkrachten of leeftijdsgenoten. Concreet identificeerden leerkrachten slechts 25% van de leerlingen die zelf aangaven zich eenzaam te voelen. Klasgenoten identificeerden 31% van deze leerlingen.
Daarnaast vonden we ook dat wanneer de leerkracht of de leeftijdsgenoten vinden dat een leerling erg teruggetrokken is, deze meer geneigd is te denken dat die leerling ook eenzaam is. Ook over leerlingen die niet populair zijn of niet erg geliefd zijn bij hun klasgenoten, denken leerkrachten en leeftijdsgenoten sneller dat ze eenzaam zijn.
Als we het niet zien, wat kunnen we dan wel nog doen?
We kunnen en moeten eenzaamheid bespreekbaar maken, het taboe errond opheffen. Wanneer dit gebeurt, bestaat de kans dat jongeren sneller zullen praten over hun eenzaamheidsgevoelens én dat de omgeving sneller signalen van eenzaamheid kan oppikken. Eenzaamheid bespreekbaar maken is dus een belangrijke eerste stap.
Dit artikel werd geschreven door Flore Geukens, doctoraal onderzoeker aan KU Leuven. Dit blogbericht verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com/.