We zijn nog nooit zo mooi en tegelijkertijd zo ontevreden over ons uiterlijk geweest als vandaag. Volgens psycholoog Liesbeth Woertman is het lichaam de nieuwe identiteitsverlener in onze samenleving.
Ons uiterlijk gelijkstellen aan wie we zijn, vindt u geen goed idee. Waarom niet?
‘Het lichaam is verworden tot een object. We zijn nog nooit zo mooi geweest als nu. Door de welvaart in het Westen hebben de meeste mensen een mooie huid, een volmaakt gebit en een goed verzorgd lichaam. Toch zijn we nog nooit zo ontevreden geweest over ons uiterlijk.’
Waarom zijn we zo begaan met hoe we eruitzien?
‘We zijn bezig met ons uiterlijk voor anderen. Dat is ons enige motief. We dénken wel dat we het voor onszelf doen, maar je kijkt altijd met de blik van een ander naar jezelf en waardeert jezelf vanuit een ideaalbeeld in je hersenen. Je zou niet weten of je aantrekkelijk, mooi of slim bent als je jezelf niet continu zou vergelijken met anderen. Je ervaart pas iets als een probleem doordat de samenleving het benoemt als een probleem. En dat is telkens weer een ander lichaamsdeel: oogleden, schaamlippen ... Een afwijkend uiterlijk of uiterlijk kenmerk, ook al is het nog zo pietluttig, beschouwen we als ongewenst. Terwijl we evengoed zouden kunnen proberen ermee te leren leven. In deze tijd gaat het niet meer om louter schoonheid, maar om het doorgeslagen idee van perfectie. Dat houdt verband met de ontwikkelingen in de cosmetische technologie. Het valt niet uit te sluiten dat, omdat er technisch tegenwoordig aardig wat kan, je daarmee ook een behoefte creëert.’
Lees het volledige interview in de Psyche&Brein Special over identiteit.
‘De sociale druk om er perfect uit te zien, woog nooit zo zwaar als nu. Mensen spreken elkaar erop aan. Dertigers, veertigers – ook mannen – vragen elkaar waarom ze niets aan de wallen onder hun ogen laten doen. We mogen er niet meer zo oud uitzien als we zijn.’
‘Vandaag zie je een complex samenspel van een aantal lelijke dingen die in de samenleving bij elkaar komen. Ten eerste de extreme opvatting van autonomie: ik beslis zelf wel wat ik doe. Ten tweede worden die schoonheidsidealen nu gemanipuleerd. Die ideeën autonoom zijn en er eeuwig jong blijven uitzien werken op een vreselijke manier op elkaar in.’
Waaraan ligt dat dan?
‘In de grond heeft dat volgens mij te maken met het wegvallen van grote kaders, waarin we uitspraken kunnen doen over onszelf. En dan blijft alleen het lichaam nog over, als een soort vaste entiteit om de vraag te kunnen beantwoorden: ‘Wie ben ik?’ Het gaat meer om de buiten- dan de binnenkant. Narcisme, perfectie, niet kunnen omgaan met verdriet en verval, net doen of we nooit doodgaan: al die factoren spelen er een rol in.’
Sociale media schotelen ons een onrealistisch en dus onbereikbaar ideaalbeeld voor. Maar was dat in het verleden anders? Denk aan beeldhouwwerken uit de Oudheid zoals de Venus van Milo, het symbool van eeuwige schoonheid.
‘Kijk, we zijn een lichaam en hebben een lichaam. Dat laatste wijst op objectivering. In onze puberteit beginnen we na te denken over onszelf, dus ook over ons lichaam. Je bekijkt jezelf dan per definitie als een ding. Die objectiverende kant zit ingebakken, zo werken onze hersenen. Daar kunnen we dus niet veel aan doen. En dat was tweeduizend jaar geleden ook al zo. Alleen wil je niet dat mensen van je houden als ding, je wil niet dat mensen je liefhebben als een paar mooie schoenen. Want je bent méér dan je lichaam. Je wil in je totaliteit, dus ook van binnenuit, worden gezien, gedragen, gesteund en, als het kan, ook een beetje bewonderd.’
‘En daar wringt precies het schoentje. Want de meisjes en vrouwen die biologisch al mooi zijn, zijn ook consumenten van de cosmetische industrie. Juist de meisjes die al 8,5 scoren, om er even een objectief getal aan te geven, worden verleid door de reclame en de cosmetische industrie om er een 9 of een 9,5 van te maken. Maar als je dat gaat doen, weet je natuurlijk dat je vals spel speelt. Als je dan, met je opgespoten lippen of vergrote borsten, te horen krijgt dat je mooi bent, is het maar de vraag of die complimenten echt aankomen.’