De kinderen hebben meer verbindingen tussen twee hersengebieden die belangrijk zijn voor taal.
Aan de studie deden veertig kinderen tussen de vier en zes jaar mee. Ze kwamen uit gezinnen met verschillende sociaaleconomische statussen (SES). Gedurende één weekend werd er een microfoon geplaatst in het huis van de gezinnen. Na het weekend werden de kinderen onder een hersenscanner gelegd.
De wetenschappers zagen dat de kinderen die in dat weekend vaker een gesprek met een volwassene hadden gehad meer witte stofbanen hadden tussen twee gebieden die een belangrijke rol in taal spelen. Witte stofbanen zijn de uitlopers van de zenuwcellen en zijn belangrijk voor de communicatie tussen de hersengebieden. Het ging hier om de Broca en de Wernicke. De Broca is nodig om te kunnen spreken en de Wernicke is belangrijk om taal te begrijpen.
De onderzoekers controleerden nog of opleiding en inkomen van de ouders een rol speelden. Dat bleek niet het geval. Een gesprek tussen een volwassene en een kind komt de taalontwikkeling van het kind ten goede, onafhankelijk van de SES, menen de wetenschappers.
De wetenschappers van onder andere het Massachusetts Institute of Technology publiceerden hun bevindingen in het vakblad Journal of Neuroscience.