Al na één nacht niet slapen, ontstaat er meer van het eiwit bèta-amyloïd in de hersenen. Dat eiwit is betrokken bij de ziekte van Alzheimer.
Muizen die weinig slapen, hebben vaak groepen van het eiwit bèta-amyloïd in de hersenen. Nu blijkt dat ook mensen na een nacht wakker blijven meer van dit eiwit hebben. Plaques, die typische zijn voor de ziekte van Alzheimer, bestaan voornamelijk uit opeenhopingen van bèta-amyloïd.
Wetenschappers van onder andere het Labaratory of Neuroimaging in California onderzochten twintig gezonde deelnemers tussen de 22 en 27 jaar oud.
De proefpersonen sliepen voor het onderzoek twee nachten in het zieken. Eén nacht werden zij wakker gehouden en de ander nacht mochten ze rustig slapen (negen uur in totaal). Na de nacht wakker blijven en na de nacht slapen ondergingen de proefpersonen een PET-scan (Positron Emissie Tomografie) waarop de onderzoekers de hersenen konden bekijken.
Na de nacht dat de proefpersonen niet hadden geslapen, was er meer van het bèta-amyloïd eiwit te zien dan de nacht dat de proefpersonen voldoende sliepen. Er zaten vooral veel van de eiwitten in de rechter hippocampus en in de thalamus. Gebieden die bovendien een rol spelen bij alzheimer.
Na het overslaan van de nachtrust, waren de deelnemers ook nog minder goed gehumeurd, moe en hadden ze moeite om wakker te blijven.
Slaap is mogelijk nodig om de eiwitten op te ruimen, stellen de Amerikaanse wetenschappers voor. Of een slaaptekort ook daadwerkelijk de kans op alzheimer vergroot, blijft nog de vraag. Daarvoor is meer onderzoek nodig.
De resultaten laten in ieder geval zien dat goed slapen zorgt voor het goed functioneren van het brein. Een goede nachtrust is wel een mogelijk aangrijpingspunt voor preventie van de ziekte van Alzheimer, schrijven de onderzoekers in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).