Een mannelijke muis heeft meer microglia, hersencellen met een afweerfunctie. De cellen zijn ook groter en ze gedragen zich anders.
De afweercellen van ons brein heten microglia. Zij ruimen de dode hersencellen op en speuren constant naar ziekteverwerkers en beschadigd weefsel.
In het muizenbrein bestaan er verschillen tussen de mannelijke microglia en de vrouwelijke variant. Een team wetenschappers uit Berlijn en Warschau bestudeerde plakjes breinweefsel van overleden muisjes. Als eerst viel op dat de mannetjes meer van de cellen hadden dan de vrouwtjes. Bovendien bleken ze ook nog eens groter te zijn bij de mannen.
De onderzoekers keken ook welke genen actief zijn in de microglia en welke eiwitten er in de cellen aanwezig zijn. Ze ontdekten dat zo’n 1000 genen en ruim 300 eiwitten op een andere manier gereguleerd worden in de afweercellen. Wederom waren het de mannen die meer actieve eiwitten en genen hadden.
Tot slot bleken er ook verschillen in het gedrag van de cellen. De mannelijke cellen bevatten meer eiwitten die andere afweercellen aanzetten en het voltage in het celmembraan (de buitenste laag van de cel) is hoger. Dat betekent dat ze bij evenveel prikkels sneller in actie komen.
Bij de vrouwtjes zijn er meer eiwitten die de cel zelf kunnen beschermen, bijvoorbeeld als er schade is aan het DNA. De mannelijke cellen zullen sneller zelfmoord plegen.
De onderzoekers menen dat er meer rekening moet worden gehouden met deze man-vrouwverschillen. Zeker in onderzoek naar neurologische en psychiatrische aandoeningen. Er staan plannen om dit onderzoek te herhalen in het menselijke brein, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen.
De resultaten zijn gepubliceerd in Cell Reports.