Mannen vergeten meer dan vrouwen
16 maart 2015 door Eos-redactieEen studie naar cognitieve achteruitgang vanaf dertig jaar opent perspectieven voor alzheimeronderzoek.
Het geheugen gaat achteruit vanaf dertig jaar en mannen scoren slechter op geheugentests dan vrouwen, zeker zodra hun veertigste verjaardag achter de rug is. Dat is een van de conclusies uit een Amerikaans onderzoek bij ruim 1.200 cognitief gezonde mensen tussen 30 en 95 jaar oud.
De achteruitgang van het geheugen blijkt samen te vallen met het krimpen van de hippocampus, een hersengebied betrokken bij de opslag van herinneringen. Eerst zachtjesaan, en vanaf 65 jaar vrij sterk. De cognitieve achteruitgang wordt dus al snel ingezet. Toch start de ophoping van amyloïde plaques – geassocieerd met de ziekte van Alzheimer – pas na de 60ste verjaardag. Opvallend daarbij is dat dragers van het APOE E-gen, een risicofactor voor alzheimer, pas vanaf 70 jaar meer plaques blijken te hebben dan niet-dragers.
De studie van Clifford Jack en zijn collega’s aan de Mayo Clinic haalt de eerder aangenomen veronderstelling onderuit dat de ophoping van amyloïde plaques de geheugenprestaties in alle leeftijdscategorieën verklaart, schrijft neurowetenschapper Charles DeCarli (University of California, Davis) in een commentaarstuk in JAMA Neurology, waar ook Jack zijn studie publiceert. Want die ophoping begint blijkbaar pas op 65-jarige leeftijd, terwijl het volume van de hippocampus en de geheugenprestaties dan al drastisch zijn achteruitgegaan.
‘Deze studie werpt de vraag op wat dan wel verantwoordelijk is voor deze vroege cognitieve achteruitgang’, schrijft DeCarli. Mogelijk hebben diabetes of hoge bloeddruk een invloed. Ook bepaalde genvarianten kunnen een rol spelen. Maar dat alles geeft maar een deel van de verklaring, meent DeCarli. De studie van Jack kan een basis vormen voor nieuw onderzoek naar risicofactoren, en zo ook nieuwe pistes openen voor het onderzoek naar alzheimer. (lg)