Het vermogen om jezelf te verplaatsen in de gedachten van iemand anders is geen unieke menselijke eigenschap.
Dat vermogen, ook wel Theory of mind genoemd, is volgens sommigen uniek voor het menselijk denken. Anderen menen dat we die eigenschap delen met andere dieren. Het debat is al decennia aan de gang, maar vandaag zit het kamp van de dieren een stapje dichter bij de overwinning.
Het begon met een experiment in 2016, waarbij chimpansees, bonobo’s en orang-oetans een filmpje bekeken van een vreemd tafereel. Een nietsvermoedende man trekt een doosje naar zich toe, tot er een soort ninja opduikt die het doosje afpakt en het verbergt onder een deksel. Ernaast bevindt zich een identiek deksel, waar de ninja niet aankomt. Vervolgens verdwijnt de eerste man even, waarna de ninja het doosje stiekem verplaatst naar deksel nummer twee. Wanneer de arme man terug opduikt hebben we alle redenen om te voorspellen dat hij nog steeds naar deksel nummer één grijpt, maar denken de apen ook zo?
Schijnbaar wel. De primatologen voorzien hun proefapen van een apparaatje dat hun blik volgt. Wanneer de man terugkomt om zijn doosje op te halen, staren de apen vooral naar de plek waar ze verwachten dat de man het doosje zal zoeken: deksel nummer één. Volgens de onderzoekers bewijst dit dat de apen zich inleven in de gedachten van de man. Critici bemerken echter dat ze zich konden baseren op een constante in zijn gedrag: dat hij steeds het doosje opzoekt waarop zijn blik gevestigd was vlak voor hij de kamer verliet.
Doorzichtige truc
Om dat probleem op te lossen, gebruiken dezelfde onderzoekers tijdens een nieuw experiment twee schermen: een opaak en een doorzichtig. Elke aap krijgt te maken met een van de twee schermen en leert op voorhand uit ervaring of hij er wel of niet doorheen kan kijken. De onderzoekers voeren hetzelfde toneeltje op, met het verschil dat de man niet volledig verdwijnt, maar achter een van de schermen staat als de ninja het doosje opnieuw verstopt. Staat de man achter een opaak scherm, dan verwachten de apen dat hij het doosje zoekt onder deksel nummer één. De apen die het doorzichtige scherm kennen, weten echter dat de man de verwisseltruc ook kan zien. Als hij terug in de kamer komt, staren ze naar het deksel waarvan ze weten dat ook hij weet dat het doosje eronder zit: deksel nummer twee.