Minder schade na herseninfarct

Een nieuwe behandeling om een afgesloten bloedvat in de hersenen snel weer open te maken, voorkomt meer invaliditeit.

Bereikt een bloedklonter de hersenen en sluit hij daar een bloedvat af, dan worden delen van het brein niet van bloed en dus ook niet van zuurstof voorzien - en dat blijft niet zonder ernstige gevolgen. Bijna de helft van de patiënten die niet snel worden behandeld, krijgt te kampen met spraakstoornissen en verlammingen en raakt zwaar gehandicapt. Maar zelfs wie snel de huidige behandeling krijgt, waarbij via de arm een middel wordt ingespoten dat de bloedklonter oplost, wordt daar maar in tien procent van de gevallen beter van, omdat de behandeling niet bij iedereen werkt. Daarom ging een grote groep Nederlandse neurologen, radiologen en neurochirurgen op zoek naar betere manieren om zo’n afgesloten bloedvat snel en veilig te openen.

Voor hun onderzoek selecteerden de artsen vijfhonderd patiënten die minder dan zes uur na een herseninfarct klachten hadden. Via een prik in de lies brachten de artsen een dunne katheter in een bloedvat, die werd opgeschoven tot in de afgesloten slagader in de hersenen, waarna het bloedstolsel via de katheter werd verwijderd. Uit het onderzoek bleek dat patiënten die deze nieuwe behandeling hadden gekregen achteraf minder problemen hadden bij het lopen, bij het aankleden en bij andere dagelijkse activiteiten, dan patiënten die een andere behandeling hadden gekregen. Bovendien was er op hun hersenscans minder hersenschade te zien. Er waren evenwel geen aanwijzingen dat de nieuwe behandeling meer overlijdens kon voorkomen.

De komende twee jaar wordt de behandeling verder geëvalueerd in de drie medische centra – Maastricht UMC+, Erasmus MC en Erasmus AMC – die aan de studie meewerkten. Prof. dr. Robert van Oostenbrugge, hoofd neurologie van Maastricht UMC+, pleit ervoor dat de nieuwe methode voorlopig alleen in die centra mag plaatsvinden, omdat de nieuwe behandelmethode complex is en veel expertise vraagt van de behandelaars. (ev)