Belgische moslimvrouwen komen makkelijker op voor hun rechten als ze vrouwvriendelijke interpretaties van de Koran beter kennen, zo blijkt uit mijn onderzoek. Vrouwenrechten waarmaken tot in iedere woonkamer is het uiteindelijke doel van mensenrechten, en religie kan hierin een belangrijke rol spelen.
Fatima en Omar waren gelukkig getrouwd. Na tien jaar en drie kinderen kreeg Fatima van haar echtgenoot te horen dat hij er graag een tweede vrouw bij wou. ‘Dit mag volgens de islam’, klonk het. Fatima en Omar hadden nochtans een expliciete onderlinge afspraak gemaakt ten tijde van hun bruiloft, dat er in hun huwelijk geen sprake zou zijn van polygamie. Omar had gevoelens ontwikkeld voor een andere vrouw en had gehoopt via een losse verwijzing naar hun religie minstens het debat aan te snijden. Aanvankelijk was het duidelijk dat Omar zich hiermee niet aan zijn woord hield. Gezien de verontwaardigde reactie van Fatima, beloofde hij deze relatie stop te zetten. Dit gebeurde echter niet. Fatima werd hoe langer hoe meer onder druk gezet door Omar, en een deel van haar omgeving, om de vrede in huis te bewaren en toch maar in te gaan op de polyamoureuze vraag van haar man. ‘Polygamie is toegestaan in de islam’, oordeelt Fatima, ‘maar er zijn wel voorwaarden aan verbonden, en op deze manier is het onaanvaardbaar’.
De spanning binnen het gezin scheerde hoge toppen en, gesterkt vanuit haar religie, zag Fatima uiteindelijk geen andere optie dan een scheiding aan te vragen. Fatima zelf schrijft haar gebroken huwelijk toe aan hardnekkige vrouwonvriendelijke tradities en niet aan de islam. Integendeel, ‘het is mijn geloof dat me de kracht gaf om met deze moeilijke periode om te gaan’, getuigt ze.
Het is nodig dat moslimvrouwen zichzelf zien als burgers met rechten, en tegelijkertijd als goede moslima’s
Hoe komt het nu dat sommige moslimvrouwen wel opkomen voor hun basisrechten en anderen niet? Dat is wat ik onderzocht voor mijn doctoraat aan het Centrum voor Mensenrechten van de Universiteit Gent. Hieruit blijkt dat het niet alleen nodig is dat vrouwen zichzelf (gaan) zien als burgers met juridisch afdwingbare rechten, maar tegelijkertijd ook als goede moslima’s. Indien we mensenrechten in de praktijk wensen te versterken moeten we dus voorbij de binaire framing van recht versus religie reiken en moslimvrouwen durven ondersteunen vanuit hun geloof. Wat we vooral moeten vermijden is vrouwen het gevoel geven dat ze moeten kiezen tussen hun rechten en hun geloof.
Zorg dat vrouwen niet het gevoel krijgen dat ze moeten kiezen tussen hun rechten en hun geloof.
Ik doorkruiste heel België samen met een collega, bezocht bibliotheken, internetfora en websites gericht op Europese moslims in allerlei talen, en ging onder andere in gesprek met advocaten, psychologen en imams. Net zoals Fatima (pseudoniem), vertelden bijna zestig moslimvrouwen en een tiental mannen ons hun hartverscheurende verhalen over conflict binnen de familie. Zo ontdekte ik dat wanneer islamitische normen en waarden op de ene of andere manier meespelen in zo’n conflict, dat niet wil zeggen dat het Belgisch (familie)recht naast zich gelegd wordt. Er wordt eerder gretig gebruik gemaakt van Belgisch recht en gerecht door Belgische moslimgezinnen, zowel voor het sluiten van een huwelijk, als voor het ontbinden ervan, voor het regelen van afspraken na een scheiding, of voor het verdelen van een erfenis.
Vrouwvriendelijke interpretaties van islamitische bronnen helpen gelovigen om opvattingen over hun rechten als burgers en als gelovigen met elkaar te verzoenen.
De religieuze dimensie vormt als het ware een extra laagje op de juridische cake, en geeft hier een toegevoegde ethische en/of spirituele betekenis aan. Het is een delicate oefening om binnen dit speelveld van normen te bewegen. In sommige situaties zullen vrouwen bepaalde rechten liever niet opeisen of opnemen. Dit kan zijn omwille van de vrees voor negatieve reacties van vrienden en familie, omdat ze geloven dat dit in strijd is met hun religie, en/of omdat ze denken dat rechten opeisen niet goed past bij hun (persoonlijke en/of religieus geïnspireerde) identiteit. Maar in andere gevallen, zoals in het verhaal van Fatima, zullen de verschillende normatieve (cake)laagjes elkaar versterken en vrouwen net aanmoedigen om bepaalde rechten op te nemen.
Religie vormt een extra laagje op de juridische cake en geeft er een ethische of spirituele betekenis aan
Religieuze en maatschappelijke opvattingen over vrouwenrechten bevatten zowel elementen die bevorderlijk zijn, als elementen die eerder hinderlijk zijn. Binnen de waaier aan islamitische normen, zijn er naast interpretaties die ongelijke genderverhoudingen in stand houden, ook alternatieve interpretaties die streven naar meer gendergelijkheid. Niet alle interpretaties genieten van evenveel aanzien binnen moslimgemeenschappen. Hoe meer men zich kan beroepen op opvattingen die als ‘mainstream’ en legitiem worden gezien, hoe meer macht het inzetten van zulke interpretaties zal geven. Over sommige thema’s zal het makkelijker zijn om interpretaties te vinden in het voordeel van vrouwen, terwijl je over andere onderwerpen verder zal moeten zoeken. Zo is het bijvoorbeeld vrij makkelijk om mainstream islamitische interpretaties te vinden die zich uitspreken tegen huiselijk geweld of gedwongen huwelijken, of zelfs tegen polygamie. Wat interreligieuze huwelijken of homoseksuele relaties betreft zal dit een pak moeilijker liggen. Moslims kunnen dan nog steeds een individuele spirituele kracht putten uit meer alternatieve interpretaties, maar dit zal hun positie binnen de gemeenschap of familie niet versterken.
Vrouwvriendelijke interpretaties van de Koran zijn vaak minder gekend of genieten minder aanzien.
Ondanks de sociale druk vanuit haar sociale omgeving om een scheiding te vermijden, wandelde Fatima een tijdje alleen door het leven. Ze is nu gelukkig hertrouwd. Fatima ging ook terug studeren en behaalde een masterdiploma. Vanuit haar ervaringen probeert ze in haar omgeving meer bewustzijn te creëren over het (familiale) onrecht dat vrouwen wordt aangedaan ‘in naam van de Islam’. Het is in haar ogen hoognodig dat oubollige patriarchale tradities aan de kaak worden gesteld.
Als we de islam afschilderen als vrouwonvriendelijk maken we het moeilijker voor moslims om te zeggen: ‘gendergelijkheid hoort ook bij ons’
Mijn onderzoek toont aan dat vrouwenrechten waarmaken in het dagdagelijkse leven van gelovige personen erop neerkomt dat deze personen opvattingen over hun rechten als burgers en als gelovigen met elkaar kunnen verzoenen. Indien er in hun omgeving harmoniserende visies circuleren over recht en religie is dat heel waardevol. Hoe meer we als maatschappij gendergelijkheid en -waardigheid portretteren als een specifieke Westerse (verlichtings)verworvenheid, en hoe meer we de islam (impliciet) afschilderen als een vrouwonvriendelijke religie, hoe moeilijker we het maken voor moslims, zowel mannen als vrouwen, om te kunnen zeggen, ‘wel, gendergelijkheid hoort ook bij ons’.
Kim Lecoyer dingt mee naar de Vlaamse PhD Cup 2022. Ontdek meer over dit onderzoek op www.phdcup.be.