Onderzoek toont aan: hard werken is hard feesten
30 juni 2016 door SSTOnbeperkte levenslust, zowel op het werk als daarnaast, is goed voor onze soort, de mens.
Dat vroeg de Canadese biologieprofessor Lonnie Aarssen van Queen’s University in Kingston (Ontario), zich ook af. Het credo ‘work hard, play hard’ – de Engelsen hebben er, in tegenstelling tot ons, een specifiek gezegde voor – is zowat verworden tot de favoriete lijfspreuk van iedereen die zich succesvol, dynamisch en hip voelt. De zinsnede gaat ook al een tijdje terug, minstens tot 1827, zo heeft Aarssen ontdekt. Toch is ze nooit aan een gedegen wetenschappelijke test onderworpen.
Aarssen besloot dat dus te doen. Hij liet bij 1.400 studenten van zijn universiteit een enquête rondgaan waarin gepeild werd naar het belang dat ze hechten aan zaken zoals professioneel succes en ontspanning, maar ook aan religie, ouderschap en het gezinsleven. Uit het onderzoek kwamen verschillende interessante verbanden naar boven, waarvan die tussen professionele en vrijetijdsactiviteiten het sterkst bleek.
Volgens Aarssen kunnen mensen (of althans studenten) ingedeeld worden in drie groepen. Er zijn er die zowel tegenover werk als vrije tijd redelijk apathisch staan – de levenslust valt niet echt van hun gezicht af te lezen, om het cru te stellen. Opvallend is dat deze groep ook minder zin lijkt te hebben in het ouderschap of in actieve religieuze beleving (het onderzoek werd in Canada uitgevoerd). Eén kanttekening bij het onderzoek: als er iets is waaraan je aan de universiteit of hogeschool niet wilt denken, is het wel kinderen of godsdienst.
De tweede groep hechtte ook niet zoveel belang aan werk en vrije tijd, maar de zorg voor kinderen, het gezinsleven en ook religie staan hier opvallend wél op het voorplan. De derde groep, ten slotte – de go-getters zoals Aarssen ze noemt – waren weinig tot niet gelovig en vonden het gezinsleven óók wel belangrijk, maar bij hen primeerden toch voornamelijk hard werken én hard feesten.
Aarssen zou geen bioloog zijn als hij er geen evolutionaire verklaring voor zou hebben bedacht. Volgens hem hebben zowel werk als ontspanning een belangrijke psychologische functie: ze leiden immers de aandacht weg van onze onontkoombare sterfelijkheid. Want als er iets goed is voor evolutionaire succes, dan is het wel onbeperkte levenslust, weten biologen. (sst)