Onverwacht vast in de ruimte: wat doet dat met een mens?

De astronauten van de Boeing Starliner zitten mogelijk zes maanden lang vast in de ruimte. Dat kan hun perceptie van tijd ernstig verstoren.

Twee astronauten gestrand in de ruimte. Het klinkt misschien als het plot van een Hollywood-film, maar voor twee bemanningsleden van NASA is het op nu werkelijkheid. Commandant Barry Wilmore en piloot Sunita Williams bevinden zich momenteel in het ongewisse in het Internationaal Ruimtestation (ISS).

Ze kwamen aan in het ruimteschip Boeing Starliner - de eerste test van het ruimteschip met astronauten. Wilmore en Williams zouden ongeveer acht dagen in het ISS blijven en met hetzelfde ruimteschip terugkeren. Maar er is nu discussie over de veiligheid van de Starliner nadat het helium lekte en problemen kreeg met de stuwraketten op weg naar het ISS.

In de komende dagen kunnen NASA en Boeing besluiten om de Starliner vrij te geven om de astronauten terug naar de aarde te vervoeren, waardoor hun verblijf misschien niet veel langer zal duren. Maar als de autoriteiten tegen de Starliner beslissen, moeten de astronauten nog eens zes maanden in een baan om de aarde wachten voordat ze kunnen terugkeren. Hoe gaan astronauten om met een mogelijke wachttijd van zes maanden voor ze een lift krijgen naar huis?

Wachten is in het beste geval moeilijk. Onder normale omstandigheden is het frustrerend, stressvol en angstopwekkend. Maar in extreme situaties, met een hoge inzet, kan wachten verschrikkelijk zijn.

Verstoord tijdsbesef

Een deel van de reden waarom wachten moeilijk is, is dat het ons tijdsbesef verstoort. Denk aan de laatste keer dat je wachtte op een trein met vertraging, testresultaten of een sms van een potentiële nieuwe partner. Vloog de tijd voorbij of sleepte die zich voort? Voor de meeste mensen kruipt wachttijd in een ijzig tempo voorbij. Daardoor voelen vertragingen en periodes van wachten vaak veel langer aan dan ze in werkelijkheid zijn.

Wachten vertraagt onze perceptie van tijd, omdat het de hoeveelheid tijd verandert die we aan tijd besteden. In het normale dagelijkse leven negeren we tijd vaak, want onze hersenen hebben een beperkte capaciteit. Als tijd niet belangrijk is, denken we er gewoon niet aan en dit helpt om de tijd snel te laten verstrijken.

Wanneer we wachten, vergroot ons verlangen om te weten wanneer het wachten voorbij is hoeveel we aan tijd denken. Dit ‘klokkijken’ kan ervoor zorgen dat de minuten en uren aanvoelen alsof ze met een slakkengang voorbijgaan. Stress, ongemak en pijn versterken dit effect, waardoor wachten in moeilijke situaties nog langer kan lijken.

Zes maanden vastzitten in het ISS klinkt misschien als een nachtmerrie, maar het is niet ongewoon voor wetenschappers om lange perioden geïsoleerd en opgesloten door te brengen in extreme omgevingen

Wachten vertraagt ook onze perceptie van tijd door wat we doen en hoe we ons voelen. Het normale leven is druk en vol met steeds veranderende activiteiten en interacties. De plotselinge noodzaak om te wachten stopt de stroom van het leven, waardoor we vaak niets anders te doen hebben en het niveau van verveling en frustratie toeneemt.

Over het algemeen gaat tijd vol activiteit sneller voorbij. We hebben hier allemaal van geproefd tijdens de corona-lockdowns. Toen we binnen vastzaten en geen vrienden konden zien of normale dagelijkse activiteiten konden doen, zorgde het verlies van routine en afleidingen ervoor dat de tijd voorbijkroop.

Voor de astronauten die vastzitten in het ISS, zorgen de onzekerheid over wanneer ze zullen terugkeren, de beperkte opties van activiteiten en minder mogelijkheden om contact op te nemen met vrienden en familie er samen voor dat hun wachttijd om naar huis terug te keren aanzienlijk langer aanvoelt dan zes maanden - als het zover zou komen.

Als academici die onderzoek doen naar de effecten van tijd op de menselijke psychologie en biologie, proberen we met bemanningsleden in onderzoeksstations op Antarctica te achterhalen of wachten in extreme omgevingen anders is dan wachten in het normale dagelijkse leven.

Een jaar op Antarctica

Zes maanden vastzitten in het ISS klinkt misschien als de ergste nachtmerrie van veel mensen, maar het is niet ongewoon voor wetenschappers om lange perioden geïsoleerd en opgesloten door te brengen in extreme omgevingen. Elk jaar sturen organisaties zoals het Instituto Antártico Argentino (dat het Belgrano II Antarctisch station gebruikt), het Franse Poolinstituut en het Italiaanse Antarctische Programma, in samenwerking met het Europees Ruimteagentschap (die allemaal het Concordia station op Antarctica gebruiken), bemanningen van mensen voor maximaal zestien maanden naar het bevroren continent om er onderzoek te doen.

Tijdens de poolwinter van maart tot oktober brengen de teams zes maanden door in bijna duisternis - en van mei tot augustus in volledige duisternis - en worden ze geconfronteerd met buitentemperaturen tot -60 °C, windsnelheden van 160 km/u en stormen die bijna alle buitenactiviteiten onmogelijk maken. Beperkte internetdekking kan ook constante communicatie met de buitenwereld verhinderen.

Het afgelopen jaar hebben we onderzocht hoe het leven op Antarctica de tijdsbeleving van mensen beïnvloedt. Elke maand vroegen we de bemanningsleden hoe het verloop van de tijd aanvoelde in vergelijking met voor hun missie. Gevangen op de basis, met beperkt contact met de buitenwereld, zou je verwachten dat de tijd zich voortsleept. Onze resultaten suggereren echter het tegenovergestelde.

Een analyse van de ervaringen van de bemanningsleden gaf aan dat het voortdurend bezig zijn met complexe taken zoals wetenschappelijk onderzoek hielp om de tijd snel voorbij te laten gaan. Dat gold voor 80 procent van de bemanningsleden. Slechts 3 procent van hen gaf aan dat de tijd zich voortsleepte, en die meldingen kwamen voor wanneer de nachten lang waren en er weinig te doen was.

Deze ervaringen kunnen hoop bieden voor degenen die vastzitten in het ISS. Net als het leven in een station op Antarctica hebben deze astronauten van NASA een druk en mentaal veeleisend bestaan. Die factoren kunnen ervoor zorgen dat de tijd snel voorbij gaat.

Maar een belangrijke factor in hun wachttijd is misschien hun vermogen om de onzekerheid te verdragen over het tijdstip van hun terugkeer. Wilmore en Williams zullen hun tijd doorbrengen in een ruimte die vergelijkbaar is met de binnenkant van een Boeing 747 vliegtuig. Maar betere informatie over ‘wanneer’ dingen zullen gebeuren en ‘waarom’ vertragingen worden opgelopen, kan hen helpen om het wachten te verdragen en de impact ervan op hun welzijn te verminderen.