We onderschatten hoe geïnteresseerd andere mensen in ons zijn. Daarom houden we onze gesprekken vaak zo oppervlakkig. Toch kun je dat beter niet doen.
Een kind of een hond. Het zijn in Vlaanderen zowat de beste manieren om nieuwe mensen te leren kennen. Kinderen en honden kennen meestal weinig sociale angsten en ze hebben geen gêne. Ze stappen op anderen af en ze spelen. Meteen een goede gelegenheid voor de toekijkende ouders/baasjes om een gesprek te beginnen.
Ik mocht het aan den lijve ondervinden. Ruim twintig jaar geleden ging ik na mijn studies in Antwerpen wonen. Een stad waar ik nauwelijks iemand kende. Nog jarenlang trok ik in het weekend automatisch terug naar Gent, waar al mijn vrienden woonden. Nieuwe vrienden maken was erg moeilijk. Vlamingen zijn gesloten mensen, en ikzelf was als de dood me op te dringen.
Toen mijn kinderen de schoolleeftijd kregen, ging vrienden maken plots vanzelf. Er waren gesprekjes aan de schoolpoort, speelafspraakjes in het weekend en schoolfeestjes. Inmiddels zijn we al toe aan een barbecue hier of daar, en zelfs een kampeerweekendje in de Ardennen.
Geen jonge kinderen of hond ‘ter beschikking’? Dan is het zaak om in gesprekjes met onbekenden snel de smalltalk achter je te laten. Amerikaanse wetenschappers schrijven op de website The Conversation over interessante experimenten die ze uitvoerden. Ze lieten verschillende groepen proefpersonen – studenten, parkbezoekers, bedrijfsleiders – diepgaande vragen stellen in gesprekken met vreemden. Zoals ‘Waarvoor ben je in het leven het meest dankbaar?’, of ‘Wanneer heb je voor het laatste gehuild in gezelschap?’.
We onderschatten hoe geïnteresseerd mensen in ons zijn
De proefpersonen hadden er eerst weinig zin in, en verwachtten zich erg ongemakkelijk te voelen. Maar dat bleek achteraf reuze mee te vallen. Sterker nog: ze voelden zich gelukkiger en meer verbonden met hun gesprekspartner dan ze hadden verwacht. In een ander experiment moesten mensen neerschrijven wat ze gewoonlijk zeiden in een eerste gesprek met iemand. ‘Wat een weer, hè’, is zo’n typische uitspraak. Vervolgens moesten ze daarop voortborduren met nieuwe vragen die dieper gingen, zoals of de ander gelukkig was met zijn leven. Toen ze dit soort gesprekken ook daadwerkelijk gingen voeren, waren ze opnieuw gelukkiger met de conversaties dan ze hadden verwacht.
We onderschatten hoe geïnteresseerd andere mensen zijn in ons, concluderen de onderzoekers. Daarom houden we onze gesprekken vaak zo oppervlakkig. Dat hoeft dus niet. Beide partijen hebben veel meer aan een gesprek dat verder gaat dan de druilerigheid van de dag.
Mijn gesprekken met de ouders die ik leerde kennen, gaan al lang veel verder dan het weer. En intussen hebben we onze kinderen ook niet meer nodig om bevriend te blijven. Mijn oudste zoon heeft al lang geen contact meer met het merendeel van zijn vriendjes van weleer. Maar ik heb er een hele ‘klas’ nieuwe vrienden aan overgehouden.
Meer lezen over vriendschap? Lees het dossier in de nieuwe Psyche&Brein.