Oranje licht maakt slim
12 maart 2014 door Eos-redactie
Oranje licht activeert de hersengebieden die instaan voor alertheid, uitvoerende functies en emoties. Het fotopigment melanopsine speelt hierin een belangrijke rol.
Oranje licht activeert de hersengebieden die instaan voor alertheid, uitvoerende functies en emoties. Het fotopigment melanopsine speelt hierin een belangrijke rol.
Hoe beïnvloedt licht onze cognitieve prestaties? Om dat uit te zoeken, stopte onderzoeker Gilles Vandewalle (Universiteit Luik) zestien proefpersonen in een hersenscanner. Tien minuten lang kregen ze oranje, groen of blauw licht te zien. Intussen deden ze een geheugentest – ze moesten in een reeks gesproken woorden aangeven of deze woorden dezelfde medeklinker bevatten als ze drie woorden geleden hadden gehoord. Vervolgens kregen ze een blinddoek om en moesten ze ruim een uur in complete duisternis doorbrengen. Daarna volgde dezelfde test in de hersenscanner, deze keer bij ‘neutraal’ licht.
Vandewalle was vooral geïnteresseerd wat er gebeurt tijdens de tweede test. Het oranje licht (lange golflengte) bleek ruim een uur later voor meer activiteit te zorgen in enkele prefrontale hersengebieden en in het pulvinar, een hersenkern aan de achterkant van de thalamus. De hersengebieden spelen een rol bij uitvoerende functies, emoties en alertheid. Blauw licht (korte golflengte) resulteerde net in minder activiteit in deze gebieden. Groen licht (gemiddelde golflengte) deed weinig of niets.
Waarom worden we ‘slimmer’ bij oranje licht? Vandewalle wijst naar melanopsine, een type van fotoreceptoren – cellen in het oog die gevoelig zijn voor licht. Bekendere fotoreceptoren zijn de staafjes en kegeltjes in ons netvlies. Die geven visuele informatie door aan ons brein. Melanopsine is verantwoordelijk voor de signaaloverdracht naar ‘niet-visuele’ hersengebieden, die bijvoorbeeld een rol spelen bij onze biologische klok.
Tot nu toe ontbrak bewijs voor de betrokkenheid van melanopsine bij onze mate van alertheid en onze cognitie. Dat bewijs geeft Vandewalle naar eigen zeggen nu met deze studie. Door zijn proefpersonen ruim een uur in het donker te zetten, schakelde hij de invloed van het licht op de staafjes en kegeltjes uit. Na zo lange tijd zijn ze helemaal aangepast aan het duister. Het effect op de hersenen tijdens de tweede test kan dus enkel komen van melanopsine. Het zorgt voor een soort ‘geheugen’ voor de menselijke cognitieve hersenfuncties, concludeert Vandewalle. Hij publiceerde zijn onderzoek in het vakblad PNAS. (lg)