Zeven op de tien zeventigers zijn slechthorend. Is dat erg? Je oren en ogen gaan nu eenmaal achteruit. Toch is het goed daar genoeg aandacht aan te besteden: gehoorverlies verhoogt je risico op dementie.
Met mijn kinderen, man en ouders wandelde ik door de Ardense bossen – een zeldzaam familiemoment in coronatijd. De zon scheen, de wind liet de bladeren ruisen en overal waren vogels te horen. “Welke soort is dat?”, vroeg ik aan mijn vader, een amateur-vogelaar. “Welke?”, vroeg hij. “Ik hoor niets.”
Het valt al langer op, al wil hij er zelf weinig over – tja – horen. Mijn vader, die binnenkort 74 wordt, hoort niet alles meer. In luidruchtig gezelschap was dat al langer zo, tegenwoordig gebeurt het ook steeds vaker als je iets zegt terwijl hij je niet aankijkt. En kwetterende vogeltjes blijken nu dus ook weg te vallen …
Zijn leeftijd helpt niet. Zeven op de tien zeventigers zijn slechthorend. Nou en? Je oren en ogen gaan nu eenmaal achteruit.
Matig gehoorverlies doet je risico op dementie verdrievoudigen
Toch is het goed daar genoeg aandacht aan te besteden. Uit onderzoek blijkt dat het werkgeheugen, de aandacht en de motoriek van mensen die slecht horen, sneller achteruitgaan dan die van goed horende leeftijdgenoten. Zelfs matig gehoorverlies (het gezoem van de koelkast niet meer horen) doet je risico op dementie al verdrievoudigen. Er komen minder auditieve prikkels binnen, en dat zorgt ervoor dat het auditieve hersengebied verkommert. In zijn ondergang sleurt het ook andere regio’s mee die ermee in verbinding staan. Met andere woorden: slechthorendheid versnelt de aftakeling van het brein.
Gelukkig is er ook goed nieuws. Een gehoorapparaat zou die evolutie kunnen tegengaan. Over deze en andere nieuwe inzichten in dementie lees je alles in een dik dossier in de nieuwe Psyche&Brein. Nu duidelijk is dat een behandeling gericht op het eiwit amyloïd-bèta niet zal helpen, zetten we alle opties op een rijtje waar wél wat van te verwachten valt in de strijd tegen alzheimer en andere vormen van dementie. Misschien ligt de oplossing zelfs al ergens voor het oprapen, in een stoffig lab, schrijft onderzoeker Kenneth Kosik. We moeten onder de loep nemen hoe de hersenen eiwitten opruimen, welke rol ontsteking speelt en hoe het zit met de elektrische activiteit van het brein. Wie weet, brengt dat wel een oplossing voor de epidemie van de toekomst.
En mijn vader? Hopelijk schaft die zich een gehoorapparaat aan na het lezen van dit stuk.