Stabiel gezin bevordert toekomst voor adoptiekinderen

Kinderen die vóór hun adoptie ondervoed en verwaarloosd waren, hoeven daar in hun latere leven geen gevolgen van te dragen. Als ze een goede relatie hebben met hun adoptieouders, is er geen verschil in beroepskansen met andere kinderen.

Het onderzoek van de Universiteit Leiden spitste zich toe op adoptiekinderen uit Sri Lanka, Zuid-Korea en Cambodja. Ze werden voor ze zes maanden oud waren al geplaatst bij een Nederlands gezin. Voor het onderzoek volgden wetenschappers hen twintig jaar lang. De kinderen moesten op verschillende leeftijden intelligentietests doen. Ook hun school- en werkloopbaan werden nauwkeurig gevolgd.

Uit de gegevens bleek dat vroege ondervoeding resulteerde in een lagere IQ-score op de leeftijd van zeven jaar. Dat was nog zo toen ze 23 jaar oud waren, maar wel in mindere mate. ‘Het goede nieuws is dat ondervoeding geen gevolg had voor het beroepsniveau van de geadopteerde kinderen’, vertelt Christie Schoenmaker van de Universiteit Leiden. ‘Ze hebben een even goede maatschappelijke positie als kinderen die niet met vroege ondervoeding te maken hadden. Niet alleen intelligentie is belangrijk voor een goede job, ook sociale vaardigheden spelen een rol. Die leren ze in hun adoptiegezin.’

Volgens Schoenmaker toont het onderzoek aan dat een mindere start niet doorslaggevend is voor de ontwikkeling van geadopteerde kinderen. ‘De stabiele zorg van de adoptieouders kan die kinderen helpen om schadelijke gevolgen te voorkomen. Adoptie blijkt een positieve interventie te zijn, niet alleen op korte maar ook op lange termijn. Daaruit blijkt ook dat de gezinsomgeving zeer belangrijk is in de ontwikkeling van kinderen.’ (cs)