Pubers die negatieve ervaringen meemaakten in hun kindertijd zijn mentaal gezonder als zij aan teamsport doen.
Wie aan teamsport doet is mentaal gezonder, dan wie dat niet doet. Althans onder pubers die tijdens hun kinderjaren negatieve ervaringen meemaakten. Zo blijkt uit onderzoek van de University of California in Los Angeles.
Onder die negatieve ervaringen vallen bijvoorbeeld fysiek en seksueel geweld, emotionele verwaarlozing, alcoholmisbruik door een van de ouders, gevangenisopsluiting van een van de ouders of het opgroeien met één ouder. Uit eerder onderzoek blijkt dat deze ervaringen in verband staan met langdurige problemen op het gebied van mentale gezondheid.
De onderzoekers vroegen zich af of het beoefenen van een teamsport de mentale gezondheid van deze kwetsbare jongeren kon verbeteren. Daarvoor onderzochten ze data van bijna 9700 vrijwilligers die ook aan een ander project deelnamen, de National Longitudinal Study of Adolescent to Adult Health. Deelnemers vulden tijdens de middelbare school en op latere leeftijd (tussen de 24 en 32 jaar) vragenlijsten in over onder meer mentale problemen, negatieve ervaringen in de kindertijd en teamsporten.
Ongeveer 49 procent van de deelnemers had één negatieve ervaring meegemaakt in zijn of haar jeugd, en ruim 21 procent twee of meer negatieve ervaringen. Uit de analyses van de data bleek dat wie tijdens de middelbare school een teamsport beoefende, minder kans had op een depressie of angststoornis tijdens de pubertijd. Ook op latere leeftijd bleek de kans op depressieve symptomen kleiner.
De wetenschappers waarschuwen nog wel. Want verbetert teamsport inderdaad de mentale gezondheid bij kwetsbare pubers? Of is het andersom en houden depressieve en angstige gevoelens het deelnemen aan een teamsport juist tegen? Dat is nog niet duidelijk.
De wetenschappers suggereren wel dat een teamsport de veerkracht van de kwetsbare jongeren kan vergroten en raden daarom aan om teamsporten te promoten.
De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad JAMA Pedriatics.