We gaan er vaak vanuit dat processen van taalproductie overal dezelfde zijn, maar onderzoek bij sprekers van het Murrinhpatha toont aan dat dat niet zo is. Dat is voor taalkundige Jean Christophe Verstraete (KU Leuven) hét antwoord van 2022.
We gaan er vaak vanuit dat processen van taalproductie overal dezelfde zijn, zoals andere aspecten van ons cognitief systeem. Maar eigenlijk kunnen we dat niet weten. Theorieën over hoe taal geproduceerd wordt, zijn gebaseerd op niet meer dan een half procent van de talen van de wereld, vaak ook nog talen die qua structuur op elkaar lijken zoals het Engels of het Nederlands. Er zijn natuurlijk begrijpelijke redenen waarom dat zo is. Het is bijvoorbeeld veel eenvoudiger om experimenten te doen met Engelstalige studenten in de labo’s van een universiteit, dan met sprekers van een minder goed bestudeerde taal in een moeilijk bereikbaar gebied.
Als onderzoekers het aandurven andere types van talen te bestuderen, dan krijg je verrassende resultaten, zoals bij een studie van het Murrinhpatha, één van de grootste indigene talen in Australië. Die taal heeft een aantal interessante structuurkenmerken, zoals een ongewone hoeveelheid grammaticale informatie in het werkwoord, en een volledig vrije woordvolgorde. Een team van taalkundigen en psychologen wilde nu nagaan of dit type taal op dezelfde manier geproduceerd wordt als het Engels of het Nederlands.
Ze deden dat door sprekers zinnen te laten produceren aan de hand van afbeeldingen, en voor en tijdens dat proces hun oogbewegingen te registreren. Die oogbewegingen laten toe om na te gaan hoe sprekers de structuur van hun zin plannen, nog voor ze die zin gaan uitspreken. De resultaten suggereren dat in contexten waar sprekers van het Nederlands of het Engels hun uiting stukje per stukje plannen, sprekers van het Murrinhpatha dat meteen voor de hele uiting doen.
En dat heeft wellicht met structuurverschillen te maken. Als je een vaste volgorde van woorden hebt in de zin, zoals in het Nederlands of het Engels (waar degene die de actie uitvoert gewoonlijk eerst wordt vermeld, bv Het meisje duwt de jongen), dan kan het plannen van die zin stukje per stukje gebeuren, te beginnen met wie de actie doet (het meisje). Als je daarentegen geen vaste volgorde hebt, en zowat alle grammaticale informatie in één enkele werkwoordsvorm zit, dan zie je sprekers gebruik maken van holistische eerder dan stapsgewijze vormen van planning. Dat klinkt niet onlogisch, maar toch is dit een baanbrekende bevinding, omdat ze een basisidee van het domein onderuit haalt en een hele reeks nieuwe onderzoeksvragen oproept. En zoals gewoonlijk is dat te danken aan onderzoekers die de moed hadden om de zaak op een andere, minder voor de hand liggende manier te gaan bekijken.’
Bron: Nordlinger, Rachel, Gabriela Rodriguez Garrido & Evan Kidd. 2022. Sentence planning and production in Murrinhpatha, an Australian ‘free word order’ language. Language 98: 187-220.