Val je op mannen met een zacht gezicht, of doet een vrouw met een sterke gelaatsuitdrukking jou blozen? Dan kon dit tijdens de coronacrisis wel eens anders zijn. Tijden van onzekerheid laten ons namelijk kiezen voor een partner met een traditioneel en stereotiep uiterlijk.
Waarom kon die ene date jou bekoren en die andere helemaal niet? Evolutionaire theorieën trachtten al te verklaren wat nu precies onze partnerkeuze bepaalt, maar vergaten vaak de omgevingsfactoren mee in rekening te nemen. Nederlandse onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam hadden hier wel oog voor en bewezen dat ook de veranderlijke context waarin we leven mee bepaalt met wie we willen daten. Zo laten crisistijden ons liever kiezen voor een mannelijke partner met harde gelaatstrekken of een vrouwelijke partner met zachte gezichtskenmerken, terwijl we hier in zekere tijden geen onderscheid in maken.
Hoe komt dit? Volgens de onderzoekers leveren externe en onvoorspelbare gebeurtenissen, zoals een klimaatramp of de coronapandemie, ons veel onzekerheid op. We kunnen de impact van zo’n gebeurtenis onmogelijk correct inschatten, en voelen de drang om die onzekerheid te compenseren. Dit doen we waarschijnlijk door op zoek te gaan naar orde en structuur, wat maakt dat we meer beginnen leunen op stereotypen. Zij maken de wereld namelijk opnieuw voorspelbaar en helder.
Die zoektocht naar stereotypen doet zich ook voor in ons liefdesleven. Consumentenpsychologen Femke Van Horen en Kobe Millet toonden aan dat in onzekere tijden vrouwen een man verkiezen met sterke gelaatstrekken, wat geassocieerd wordt met de stereotype genderrol dat mannen sterk en beschermend zijn. Mannen kozen tijdens onzekerheid eerder voor vrouwen met een teder en zacht gezicht, want dit past bij het genderstereotype idee dat vrouwen beschermend en zorgend zijn. Tijdens zekere tijden viel de neiging om te kiezen voor een partner met een stereotype look weer weg.
Om tot de resultaten van de studie te bekomen, zetten de onderzoekers vier experimenten op poten. Voor de eerste studie rekruteerden ze 173 heteroseksuele deelnemers die werden onderverdeeld in een zekere en onzekere groep. Afhankelijk van de groep, moesten de deelnemers denken en schrijven over een situatie waarin ze zich onzeker of zeker voelden. Nadien beeldden ze zich in dat ze op zoek gingen naar een partner op een datingsite. De deelnemers kregen foto’s voorgelegd van vier verschillende mannen of vrouwen waarvan ze twee versies te zien kregen: een met zachte en een met harde gelaatstrekken. De gezichten met de zachte gelaatstrekken waren zo bewerkt dat ze een ronde kin en geen scherpe kaaklijn hadden. Bij de sterke gelaatstrekken was de kaak breed en de kin scherp, en waren de jukbeenderen meer prominent aanwezig. Wat bleek? Mannen uit de onzekere groep wilden liever daten met een vrouw met zachte gelaatstrekken, terwijl vrouwen een man verkozen met sterke gelaatstrekken. Bij de zekere groep was er geen sekseverschil.
Het tweede experiment verliep nagenoeg hetzelfde. Enkel kregen de deelnemers – ditmaal 174 heteroseksuele studenten – van de zekere en onzekere groep op het einde geen foto’s te zien, maar moesten ze kiezen uit twee opties: op date gaan met een zorgende of sterke partner. Mannen uit de onzekere groep kozen voor de zorgende vrouw, terwijl vrouwen uit diezelfde groep eerder gingen voor de sterke en beschermende man. Beiden volgden ze dus de route van de stereotypen. In de zekere groep was dit effect er niet.
De onderzoekers wilden verder aantonen dat wanneer we vallen op een genderstereotype partner, we ook de bijbehorende gelaatstrekken (sterk of zacht) het aantrekkelijkst vinden. 141 studenten beeldden zich eerst een type partner (beschermend of zorgend) in en kregen opnieuw de foto’s uit het eerste experiment te zien. De studenten die zich een beschermende partner inbeeldden, hadden een voorkeur voor een date met sterke gelaatstrekken, en studenten die een zorgende partner voor ogen hadden, kozen een date met zachte gelaatstrekken. Dit bewijst dat we de gelaatstrekken onbewust ook effectief linken met de stereotype genderrol. Het laatste experiment had tot slot dezelfde uitvoering als studie 1, met het verschil dat de onzekere groep specifiek aan de coronacrisis moest denken wanneer zij schreven over een onvoorspelbare situatie. Vervolgens werd aan de respondenten een (vrouwelijk of mannelijk) gezicht getoond dat aan de hand van een morphingtechniek gelijkelijk overging van zeer zachte naar zeer sterke gelaatstrekken, en werd gevraagd om het gezicht te kiezen dat ze het meest aantrekkelijk vonden. Opnieuw koos de onzekere groep voor de gelaatstrekken waarvan stereotype genderrollen afgeleid kunnen worden, en viel dit effect bij de zekere groep weg. Dit toont aan dat de resultaten gelden tijdens diverse onvoorspelbare evenementen.
Volgens professor Frank Van Overwalle, sociaal psycholoog aan de Vrije Universiteit Brussel, zit er in het algemeen gelijkenis in wat mannen en vrouwen knap vinden aan het gelaat van een mogelijke partner. “In het algemeen vallen we op symmetrie, en ook grote ogen zijn populair. Verder vinden zowel mannen en vrouwen een smalle neus en prominente jukbeenderen aantrekkelijk bij een partner, en een grote glimlach wordt ook gewaardeerd”, aldus Van Overwalle. Mannen en vrouwen verschillen volgens de professor wel sterk wat betreft hun kin. Bij mannen is een brede kin aantrekkelijker, en bij vrouwen een dunne. Dat die partnervoorkeur nu klaarblijkelijk gebonden is aan de context, is volgens de Nederlandse onderzoekers wel een nieuw resultaat. Ook Van Overwalle hoorde niet eerder dat onze partnerkeuze onderhevig is aan de context, al vindt hij de bekomen resultaten niet verwonderlijk. “Het is al geweten binnen de sociale psychologie dat we tijdens crisistijden terugvallen op meer traditionele en geijkte waarden”, aldus Van Overwalle. “Het is zeker niet abnormaal dat vrouwen hierdoor op zoek gaan naar een man die kan beschermen, en mannen meer neigen naar een zachte vrouw.” Een eerdere studie toont aan dat testosteron bij mannen de groei van de kaken, de jukbeenderen en het neusbot stimuleert. Dit zijn dezelfde gelaatstrekken die, zeker bij de foto’s van experiment 4, meer naar de voorgrond komen bij de man met de sterke gelaatstrekken. Het blijkt ook uit eerder onderzoek dat agressieve mannen een hogere mate van testosteron in zich hebben. Er is dus mogelijk een biologische verklaring die aantoont dat mannen met sterke gelaatstrekken meer testosteron aanmaken en gemiddeld gezien agressiever zijn.
De studie spitst zich wel volledig toe op online daten. Bijkomend onderzoek zou nog moeten uitwijzen of een date uitzoeken in de fysieke offline wereld ook dezelfde resultaten oplevert. Toch zorgt de uitkomst voor best wat mogelijkheden volgens de onderzoekers. In tijden van crisis kan men bijvoorbeeld beter opteren voor een vrouw met zachte gelaatstrekken voor advertenties of campagnes. In samenlevingen waarbij de zekerheid groter is, valt de bevolking bovendien minder snel terug op de klassieke rolverdeling tussen man en vrouw en treedt er meer gendergelijkheid op.
Lees ook: Waarom ghosten we?
Ghosten en geghost worden is bijna onlosmakelijke verbonden met online daten. Waarom doen we dat?