Verstrooidheid heeft voordelen

Bij psychologische tests wordt er doorgaans heel sterk gefocust op een onbelemmerde concentratie. Onterecht, vinden neurowetenschappers.

De meeste experimenten in de psychologie zijn opgezet volgens een heel strak format. Deelnemers moeten meestal één of een beperkt aantal cognitieve taken uitvoeren die zeer duidelijk zijn afgebakend. Afleiding is daarbij uit den boze.

Maar door die strakke afbakening kunnen deze experimenten vaak niet goed worden vertaald naar de echte wereld, waar afleidingen eerder regel dan uitzondering zijn en een iets lossere focus soms zelfs beter is dan onbelemmerde concentratie. Dat is althans de boodschap van een team van Amerikaanse en Canadese neurowetenschappers.

Mensen met een iets lossere focus komen vaak met creatievere en betere ideeën voor de dag

Volgens de wetenschappers is afleiding vaak een bron van informatie die niet meteen van nut is om een taak waarmee je bezig bent op te lossen, maar die wel meegenomen wordt naar een andere setting – en in deze tijd waarin iedereen druk bezig is kunnen verschillende settings zeer snel en soms ongemerkt in elkaar overvloeien. Sowieso zorgt afleiding, meer dan focus, volgens de onderzoekers voor een open geest, waardoor meer informatie kan worden vergaard en dat is volgens hen heel vaak altijd positief.

Ouderen zijn traditioneel sneller afgeleid dan jongeren – een gevolg van de veroudering van de hersenen. Maar dat hoeft dus niet per se een handicap te zijn. Sterker, de vorsers ontdekten dat mensen met een iets lossere focus vaak met creatievere en betere ideeën voor de dag komen. Ze vermoeden zelfs dat een zekere permanente mate van verstrooidheid nuttig kan zijn bij het oplossen van specifieke problemen. Welke problemen dat zijn, dat willen ze nu gaan onderzoeken. (sst)

Bron: Tarek Amer, University of Toronto, Canada in Trends in Cognitive Sciences