De techniek helpt mogelijk bij de behandeling van gewelddadige misdadigers.
Een training met behulp van virtual reality waarbij je door ‘de ogen van een ander kijkt’, vergroot het inlevingsvermogen. De training activeert bovendien hersennetwerken betrokken bij empathie en inlevingsvermogen. Zo concluderen neurowetenschappers van de onder andere University College London en Maastricht University.
Onbekende vrouw
Voor het onderzoek werden twintig proefpersonen getraind met een VR-bril. Ze bevonden zich zogenaamd in de hal van een huis. De vrijwilligers bekeken de situatie eenmaal vanuit het perspectief van een onbekende vrouw, en eenmaal vanuit het perspectief van een toeschouwer.
Vanuit het perspectief van de vrouw kregen de vrijwilligers oefeningen als ‘beweeg je rechterarm’. Vervolgens zagen ze deze vrouw in een spiegel in de hal hetzelfde doen. Zo zouden ze het gevoel moeten krijgen dat het vrouwenlichaam van hen was.
Vanuit het perspectief van de toeschouwer moesten de vrijwilligers bijvoorbeeld hun hoofd op en neer bewegen. De vrouw bleef dan stilstaan, maar de scène bewoog wel.
Agressieve man
Na zo’n oefenronde kregen de deelnemers steeds een 3D-video te zien terwijl ze in een hersenscanner lagen. Ze bekeken de video vanuit het perspectief van de vrouw uit de training. In de video loopt er een man op de vrouw af. Hij is agressief, scheldt haar uit, gooit een telefoon naar haar en komt dicht in haar buurt. De proefpersonen konden slechts toekijken en geen actie ondernemen. Na het zien van de video, kregen de deelnemers de training vanuit het andere perspectief en bekeken ze het filmpje nogmaals in de MRI-scanner.
Als de vrijwilligers voor de video getraind waren vanuit het perspectief van de vrouw, konden ze zich beter inleven in de vrouw tijdens de video dan wanneer ze van tevoren de andere training kregen. Ze hadden meer het gevoel dat het vrouwenlichaam echt van hen was. ‘Een training waarbij je met VR het perspectief van een ander inneemt, bijvoorbeeld van een slachtoffer, heeft dus effect op het inlevingsvermogen’, vertelt projectleider, neurowetenschapper en -neuropsycholoog Beatrice de Gelder (Maastricht University). ‘Eigenlijk wisten we dat al uit eerdere onderzoeken. Die effecten op het inlevingsvermogen houden in ieder geval een week aan. Maar uit dit onderzoek komt ook naar voren dat die effecten in de hersenen zichtbaar zijn.’
Als de deelnemers eerst oefenden met het perspectief van de vrouw lieten ze meer hersenactiviteit zien in gebieden die een rol spelen bij lichaamseigendom en persoonlijke ruimte. Voornamelijk netwerken in de frontale en pariëtale cortex. Bovendien liet de amygdala – het angstgebied – nu meer activiteit zien terwijl de man op hen afliep.
Agressie of huiselijk geweld wordt gelinkt aan een verminderd vermogen om het perspectief van een ander in te nemen. De Gelder: ‘Met VR voer je gemakkelijk een heus rollenspel uit, waarmee je het inlevingsvermogen dus vergroot. We moeten nog onderzoeken hoelang de gedragsveranderingen en effecten in het brein aanhouden, maar de resultaten zijn hoopvol. Met VR-techniek creëer je bovendien een levensechte situatie, en heb je amper last van onrealistische experimenten die niet toepasbaar op het echte leven zijn.’
De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad eNeuro.