Voordelen van hersenschade

18 januari 2013 door TV

Hersenschade is erg, punt. Maar het heeft vaak ook enkele gunstige effecten. Enkele wetenschappers pleiten voor een nieuwe discipline, de positieve neurologie.

Hersenletsels zijn geen lachertje: bij een zware hersenschudding, schedelbreuk, beroerte of zuurstoftekort bij de geboorte wordt in de hersenen vaak onherstelbare schade aangericht, meestal met blijvende gevolgen. Toch zien we het te zwart, vinden enkele wetenschappers, die in de jongste editie van het vakblad The Neuroscientist pleiten voor een nieuwe discipline, de positieve neurologie. Die wijdt zich aan de positieve gevolgen van hersenbeschadiging. Dat klinkt als het begin van een smakeloze grap, maar ze menen het.

Klinische neurologen, zo betogen de onderzoekers, focussen vooralsnog vrijwel uitsluitend op wat patiënten na een hersenletsel niet meer kunnen. Dat is leerzaam, want de afwijkingen die men bij beschadigde hersenen aantreft, leren ons wat over de functie van de aangetaste gebieden. Maar daarbij verliezen we uit het oog dat ons plastische brein na een letsel soms uitzonderlijk sterk wordt in vaardigheden die zich in andere regionen ophouden, wat voor patiënten eigenlijk veel relevanter is. Sterker nog, verzekert hoofdauteur en neuropsycholoog Narinder Kapur – die eerder al het boek The paradoxical brain schreef –, sommige ‘paradoxale’ letsels hebben ronduit gunstige gevolgen.

Het bekendst zijn mensen die nadat ze blind of doof zijn geworden veel beter andere zintuigen leerden gebruiken, zoals de tastzin. Doven zijn niet alleen beter in gebarentaal en liplezen, maar herkennen ook vlotter emoties en onthouden beter gezichten. Mensen die na een hersenletsel niet meer kunnen zien, worden dan weer bedrevener in het opsporen en benoemen van geuren, het onthouden van woorden en het lokaliseren van geluiden. Ze zijn ook muzikaler: uit een Amerikaanse studie bleek dat meer dan 57 procent van de blinde muzikanten voorgespeelde muzieknoten kon benoemen, tegenover 18 procent van hun ziende collega’s.

Onorthodoxe kleuren
Daarnaast leggen aandoeningen waarbij de hersenen langzaam worden aangetast, zoals frontotemporale dementie of progressieve afasie, vaak verrassend creatieve kronkels bloot, met een uitgesproken voorkeur voor de visuele kunsten. Hoewel door schade aan de frontale en temporale hersenkwab de conceptuele kennis en/of verbale vlotheid achteruitgaat, en hun creaties dus vaak weinig of geen symboliek bevatten, kunnen patiënten zich volledig verliezen in vaak merkwaardige werken vol levendige maar onorthoxe kleuren en ingewikkelde, repetitieve geometrische patronen.

Een schrale troost? Dat hangt er maar van af hoe je het bekijkt, vindt Kapur. ‘Zonder de heel reële verliezen waarmee patiënten vaak geconfronteerd worden te willen minimaliseren, tonen deze voorbeelden aan dat het belangrijk is om veeleer te focussen op wat er verandert dan op wat er mankeert. We moeten daarbij meer aandacht hebben voor de sterktes en interesses van de patiënt en bekijken hoe we het rehabilitatieproces en de leefomgeving daaraan kunnen aanpassen.’

Superpiloot
Daar horen ook de sterktes van het aanzwellende aantal ouderen in onze samenleving bij. Kapur: ‘Herinner je je die piloot die met zijn vliegtuig in de Hudsonrivier landde, en zo alle 154 passagiers aan boord het leven redde? Telkens opnieuw zien we dat het dergelijke uiterst ervaren mensen zijn die op crisismomenten het verschil maken. Nochtans was die man bijna zestig, de leeftijd waarop tot 2007 alle luchtvaartpiloten in de Verenigde Staten verplicht op pensioen werden gestuurd.’ Ook hier ziet Kapur een paradox: terwijl de hersenen de eerste tekenen van slijtage vertonen, zoals vergeetachtigheid, brengen ze het er op nogal wat vlakken beter vanaf dan de hersenen van jongeren.

Ouderen vergeten al eens wat, maar ze weten gewoonlijk meer, en ze zijn beter in het impliciet verwerven en aanwenden van informatie. Daarnaast hebben ze hun emoties beter in de hand, zijn ze beter in het vermijden en ontzenuwen van conflicten en nemen ze doorgaans beter doordachte beslissingen. Niet slecht, voor een ‘versleten’ brein, en opnieuw iets wat te midden het geweeklaag over vergrijzing en de achteruitgang van bejaarde hersenen al te vaak uit het oog verloren wordt.

Letsel + letsel = 0
Maar, u bent dit stuk natuurlijk beginnen te lezen omdat u meer wil weten over hersenschade die mensen bijzondere vaardigheden verschaft, zoals in de stripverhalen. Personages zijn er vaak volledig het noorden kwijt nadat een groot voorwerp op hun hoofd viel, wat dan op de voorlaatste pagina met een nieuwe hersenschudding wordt opgelost. Letsels die het effect van een eerder letsel opheffen bestaan echt: wanneer een patiënt na een infarct in één hersenhelft zijn belangstelling verliest voor wat er zich in de bijbehorende helft van het gezichtsveld afspeelt (neurologen noemen dat neglect), keert die soms terug na een infarct aan de andere kant.

Vermoedelijk komt dat omdat het signaal dan van beide kanten zwak is. En schade aan de thalamus, die motorische signalen doorstuurt naar onze hersenschors, kan het beven bij Parkinsonpatiënten verminderen.

Soms heffen de negatieve gevolgen van een ongeval elkaar op: patiënten die na een traumatisch hersenletsel aan geheugenverlies lijden, hebben minder kans op posttraumatische stress. Andere patiënten overschatten dan weer hun eigen capaciteiten, en doen het daardoor beter, omdat ze minder snel ontmoedigd raken. En dan zijn er natuurlijk nog de letsels die mensen geschikter maken voor bepaalde situaties: zo kunnen letsels aan de frontale kwab, het gebied dat ons doet twijfelen en zo onze dadendang tempert, of aan de amygdala, die instaat voor angstgevoelens, gunstig uitdraaien in gevallen waarin er dringend knopen moeten worden doorgehakt of heldendaden moeten worden verricht.

Positiever
Tot slot kennen we natuurlijk allemaal de verhalen van mensen die na een ongeval of operatie, en ondanks de blijvende letsels, veel positiever en onthechter in het leven staan, blij dat ze er nog zijn. Ook dat kan je met wat goede wil als een gunstig gevolg beschouwen. Ondanks de enigszins provocerende titel van dit stuk wil dat natuurlijk niet zeggen dat iemand die zoiets tegenkomt voortaan als gelukzak door het leven hoort te gaan. Maar wat meer wetenschappelijk aandacht voor die kant van de medaille, en voor manieren om dat geluk bij een ongeluk beter te benutten, kan vast geen kwaad.


 



Opdracht voor patiënten met geheugenverlies en gezonde testpersonen: kijk 15 seconden naar de foto en teken na in een leeg vierkant van 15 bij 15 centimeter.
(Resultaten op volgende figuur)




Patiënten met amnesie (geheugenverlies) tekenden de objecten juister in verhouding tot de omgeving. Bij de controlepatiënten was er vaker te veel ruimte tussen object en rand (waardoor object kleiner lijkt).
 

Dit artikel verschijnt ook in Eos Weekblad op iPad. De Eos-app kunt u gratis downloaden in de App-store. Met die app haalt u de wekelijkse uitgaven gratis binnen.