Op sociale media delen we vaak fake news zonder goed na te denken over het waarheidsgehalte. Een duwtje in de rug kan helpen beter keuzes te maken, al lijkt de impact van zo’n maatregel beperkt.
‘Is het verhaal van Jacques waar of niet waar?’. De jongere lezers zullen het zich niet herinneren, maar een was een tijd waarin de deelnemers aan het programma De Drie Wijzen goed moesten nadenken of de verhalen van Jacques Vermeire en de andere panelleden waargebeurd waren. Dat doen we niet als we beslissen om op sociale media iets al dan niet te delen, melden wetenschappers in Nature. Al kan een subtiele hint ons ertoe aanzetten dat wel te doen, en minder nepnieuws te delen.
Waarom delen mensen zoveel fake news? Is het omdat het hen niet kan schelen of iets waar is of niet, zolang het maar in hun kraam past? Of besteden ze bij de beslissing om iets te delen simpelweg te weinig aandacht aan de geloofwaardigheid van het bericht?
De onderzoekers deden verschillende online experimenten waarbij ze proefpersonen nieuwsberichten op sociale media voorschotelden, de helft waar, de andere helft onwaar. In een eerste proef kregen de 500 proefpersonen de vraag om te beoordelen of 36 berichten waar waren. Dat bleek aardig te lukken: ware berichten werden vaker als waar beoordeeld dan nepnieuwsberichten. Vijfhonderd anderen kregen de vraag of ze het nieuws zouden delen. Dat viel tegen. De beslissing om iets al dan niet te delen, werd sterker beïnvloed door de mate waarin het nieuws strookte met de eigen politieke overtuiging, dan door het waarheidsgehalte. Delen de mensen dan bewust nepnieuws? Daar lijkt het niet op. Desgevraagd gaven de meeste proefpersonen aan het ‘erg belangrijk’ te vinden om enkel accurate informatie te delen.
Waarom doen ze dat dan niet? Volgens de wetenschappers staan mensen op sociale media te weinig stil bij het waarheidsgehalte van wat ze delen. Ze zijn meer bezig met hoe ze aandacht en bevestiging van hun volgers of vrienden kunnen krijgen en met etaleren dat ze tot een bepaalde groep behoren. Of zoals de onderzoekers het in een commentaarstuk voor Scientific American verwoorden: mensen laten zich leiden door intuïtie en emoties, en denken niet genoeg na over wat ze lezen. Het snelle klikken en scrollen, en de overvloed aan informatie op sociale media, werken dat in de hand.
Subtiele hint
In een tweede experiment kregen proefpersonen opnieuw 24 ware en onware berichten voor de kiezen, met de vraag of ze die zouden delen. De helft kreeg voor ze daaraan begonnen de vraag om het waarheidsgehalte van een nieuwsitem te beoordelen. De andere helft ging meteen aan het werk. Na die subtiele hint, waren de proefpersonen in de eerste groep minder geneigd om fake news te delen, volgens de onderzoekers omdat hun aandacht even is gevestigd op het feit dat er zoiets bestaat als meer en minder betrouwbaar nieuws. In een soortgelijk experiment waarin de helft van de proefpersonen vooraf de vraag kreeg hoe belangrijk ze het vonden om enkel accurate berichten te delen, zagen ze hetzelfde effect.
Met die kennis trokken de wetenschappers vervolgens de echter wereld in, in dit geval naar Twitter. Ruim 5000 Twitteraars die in het verleden geregeld links naar notoire nepnieuwsspuiers zoals de site Breitbard hadden gedeeld, kregen een persoonlijk bericht met de vraag om de accuraatheid van een nieuwsbericht te beoordelen. De wetenschappers stelden vast dat de Twitteraars in de 24 uur die daarop volgden, verhoudingsgewijs meer gewoon en minder nepnieuws deelden.
Alles bij elkaar besluiten de wetenschappers dat je mensen betere keuzes kan laten maken over wat te delen, door het concept ‘accuraatheid’ even in herinnering te brengen. Het is een simpel trucje, dat de sociale mediaplatformen volgens de onderzoekers makkelijk zouden kunnen implementeren.
‘Om iets aan de kern van het probleem te doen, zou de manier waarop die algoritmes jou berichten voorschotelen moeten veranderen’ Jon Roozenbeek (Universiteit van Cambridge)
Jon Roozenbeek, die aan de Universiteit van Cambridge onderzoek doet naar nepnieuws en wat ertegen te doen, heeft bedenkingen bij de impact die we hiervan mogen verwachten. ‘De onderzoekers geven in deze studie weliswaar aan dat er een significant verschil in het deelgedrag te zien is, maar het is niet duidelijk hoe groot dat effect is. Uit eerder onderzoek weten we dat het effect van dit soort subtiele hints doorgaans beperkt en moeilijk repliceerbaar is. Daarnaast is het de vraag hoe lang zo’n duwtje in de rug een effect heeft. Dat maakt het niet zo duidelijk wat we hier nu echt van mogen verwachten als we dit zouden gaan toepassen op sociale media.’
Eerder gaf Roozenbeek in Eos al aan dat we het effect van dit soort psychologische wapens in de strijd tegen fake news niet moeten overschatten. ‘Socialemediaplatformen zijn in de eerste plaats efficiënte advertentiemachines. Algoritmes proberen de aandacht van gebruikers zo lang mogelijk vast te houden. En wat trekt de aandacht? Alles wat sensationeel en spectaculair is. Om iets aan de kern van het probleem te doen, zou de manier moeten veranderen waarop die algoritmes jou berichten voorschotelen. Anders blijft het toch een beetje vechten tegen de bierkaai.’