Waarom het voeren van een goed gesprek in tijden van corona zo eenvoudig niet is

Op de vraag ‘Hoe gaat het met je’ antwoorden mensen vaak plichtmatig met een ‘Best, oké.’ In deze tijden van corona niet zelden gevolgd dat anderen het nog veel zwaarder hebben. Dat is zelden opmaat tot een goed gesprek.

Reint Jan Renes en Vittorio Busato lieten zich in deze voor velen verwarrende en onzekere tijd inspireren door een blog van gedragsdeskundige Elisabeth Weingarten. ‘Voor een goed gesprek helpt het als we beter nadenken over welke vragen we onze collega’s, vrienden en familie stellen.’

‘Hoe gaat het nu met je?’

Die vraag stellen we in tijden van corona bijna standaard aan anderen – of dat nu op anderhalve meter afstand is, per whatsapp, via de telefoon, Zoom, Skype of Teams. Een nuttige vraag, zeker toen dat geniepige virus zich steeds nadrukkelijker in ieders leven opdrong. 

Inmiddels lijkt die vraag vooral te inspireren tot een geconditioneerd antwoord: ‘Best oké, gezien de omstandigheden.’ Vaak gevolgd door een al even nederig en plichtmatig: ‘Maar veel anderen hebben het in deze tijd nog veel zwaarder.’

Uitgekauwde vraag

Meestal voelen we ons niet uitgenodigd om écht te vertellen hoe het ons vergaat. Of wat we aan het doen zijn. De vraag ‘Hoe gaat het met je’ is zelden een opening voor een goed gesprek. Eerder triggert die vraag een automatisch antwoord, waarna het echte gesprek over iets heel anders alsnog kan beginnen. Elizabeth Weingarten, hoofdredacteur van het magazine Behavioral Scientist en associé van het behavioral design lab ideas42, schreef er onlangs een prikkelende blogpost over: twintig andere vragen die je iemand kunt stellen in plaats van ‘hoe gaat het nu met je’.

Als we diezelfde, uitgekauwde vraag blijven stellen, of zelfs helemaal geen vragen meer stellen, verspelen we volgens Weingarten de kans op een echt gesprek met onze naasten om wie we het meest geven. We laten ons misleiden door te geloven dat we wel weten hoe ze zich voelen. ‘Ik heb toch gevraagd hoe het met je gaat?’

Maar dat is hooguit de oppervlakte. Weingarten haalt journalist en auteur Warren Berger aan die stelt dat een beginvraag vaak leidt tot een standaard antwoord, gevolgd door een echo: ‘Hoe gaat het met je?’ ‘Prima! En hoe gaat het met jou?’ 

Zelfs als we niet midden in een pandemie zitten, is de vraag ‘Hoe gaat het met je’ eerder aanleiding een gesprek te stoppen dan een uitnodiging tot een nader gesprek.

Goed gesprek

Waarom willen we eigenlijk een goed gesprek voeren? Noelle Aarts, hoogleraar Socio-Ecological Interactions aan de Radboud Universiteit Nijmegen, stelde een paar jaar geleden bij een kennismiddag over de kunst van een goed gesprek: ‘De schijnbaar onbeduidende gesprekken die mensen met elkaar voeren, hebben een veel grotere impact op ontwikkelingen in de samenleving dan we ons realiseren.’

In een tijd waarin fysiek contact schaars is geworden en we voor intimiteit afhankelijker zijn van gesprekken die we vaak online voeren, kan het geen kwaad als we ons meer bewust zijn hoe we deze gesprekken voeren. Dat we meer zorg hebben voor wat wij zeggen en roepen. Een gesprek leidt tot verwijdering of toenadering. Het zou zonde zijn als die verwijdering voortkomt uit onbewuste onbekwaamheid. Of zoals Aarts stelt: ‘Mensen zouden beter geschoold moeten worden in het voeren van een goed gesprek’. 

Krachtige, open vragen dwingen ons persoonlijke, kwetsbare informatie prijs te geven die wederzijds vertrouwen opbouwt.

Voor een goed gesprek helpt het als we beter nadenken over welke vragen we onze collega's, vrienden en familie stellen. Het moet toch lukken om in de huidige anderhalve-metersamenleving iets verder te gaan dan dat plichtmatige ‘Hoe gaat het met je?’ Een goede beginvraag verlevendigt niet alleen onze gesprekken, maar versterkt ook onderlinge relaties tijdens deze lange periode van fysieke afstand. Als we motiverende vragen stellen aan onszelf en aan diegenen om wie we geven, dan helpt dat ons om de huidige onzekerheid met open vizier aan te gaan in plaats van die te vermijden. Gaat het minder goed met jezelf of een ander, dan kan een open, betrokken gesprek helpen. Erover praten kan helpen te voorkomen dat onbestemde, sombere gevoelens uitgroeien tot een allesoverheersend probleem. Een echt gesprek kan jezelf én de ander het gevoel geven er niet alleen voor te staan.

Onderzoek toont aan dat van de kracht van vragen een interpersoonlijke, magnetische werking kan uitgaan, aldus Weingarten. Krachtige, open vragen dwingen ons persoonlijke, kwetsbare informatie prijs te geven die wederzijds vertrouwen opbouwt. Zulke vragen kunnen ons sympathieker maken, ons competenter doen lijken en zelfs ons inlevingsvermogen vergroten. 

Ook heel cruciaal: zulke relatie-verdiepende vragen reiken verder dan vrienden en familie. Ze kunnen leden van teams die nu noodgedwongen thuis werken, helpen sterk en samenhangend te blijven. Zo kan voorkomen worden dat een fysieke afstand tot emotionele beschadigingen leidt die de samenwerking bemoeilijken.

Luisteren

Een goed gesprek gaat natuurlijk niet alleen over het stellen van een enkele, krachtige vraag. Het gaat om zeer aandachtig luisteren voor en na die vraag. Het gaat over oprechte nieuwsgierigheid versus noodzakelijke verplichting, over het stellen van vervolgvragen die duidelijk maken dat er echt is geluisterd. Een goed gesprek is zowel een mentaliteit als een vaardigheid.

Otto Scharmer, hoogleraar aan het Massachusetts Institute of Technology en auteur van de bestseller Theorie U, onderscheidt verschillende vormen van luisteren. Ons luistergedrag bestaat voornamelijk uit wat hij ‘het downloaden van informatie’ noemt: we zoeken naar bevestiging van wat we al weten of vinden. In veel mindere mate luisteren we gericht met een open focus op nieuwe informatie. Nog moeilijker is empathisch luisteren: je zonder (voor)oordeel verplaatsen in het perspectief van de ander.

Goed luisteren betekent verschillende vormen van luisteren goed afwisselen: luisteren om ook echt te willen weten. Alleen dan leiden gesprekken tot nieuwe inzichten en nieuwe ontwikkelingen.

Voorbeeldvragen

Wat zijn in tijden van corona nu goede openingsvragen? Weingarten presenteert er elf om in deze onzekere tijden ​​echt verbinding te maken of teamcohesie te behouden, en negen om een ​​stap verder te gaan. Hieronder een selectie:

    Vijf voorbeeldvragen die verder gaan dan ‘Hoe gaat het?’:

  • Hoe zorg je vandaag voor jezelf?
  • Welk verrassende dingen heb je op voorraad?
  • Wat is een verhaal – uit een boek, film, artikel, gesprek – waardoor je onlangs bent gegrepen? Kan je daar iets meer over vertellen?
  • Welke nieuwe gewoonte heb je ontwikkeld (of juist doorbroken) sinds de coronamaatregelen van kracht zijn?
  • Naar welke specifieke plek in je buurt kijk je het meest uit als dit allemaal voorbij is?

    Vijf voorbeeldvragen voor een diepere verbinding:

  • Wat mis je tot je eigen verrassing, en wat mis je tot je eigen verrassing juist niet?
  • Waarom moest je voor het laatst lachen of huilen?
  • Welke tijden van de dag of de week zijn het moeilijkst? Waarom?
  • Hoe wil je dat deze ervaring je verandert? Denk je dat dit zal gebeuren?
  • Wat hoop je dat we allemaal van deze ervaring leren of meenemen?

En hoe gaat het met ons?

Reint Jan slaapt wat onrustiger, heeft het drukker dan ooit, maar voelt zich opvallend gelukkig. Hij geniet van de tijd samen met zijn kinderen die opmerkelijk goed met deze situatie omgaan. De jongste knapt spontaan de tuin op, naait haar eigen kleren en wil nooit meer anders dan online onderwijs (liefst in pyjama). De oudste was al op kamers, maar woont ineens weer thuis (en dat vindt z’n vader stiekem wel fijn). Hij knutselt al wekenlang intens tevreden op de laptop aan zijn eigen ‘Top 2000 na 2000’. Wel mist Reint Jan de intimiteit met zijn vriendin – zo’n anderhalve-meterrelatie is best stom – en kijkt hij verlangend uit naar het moment dat ze weer samen in bed een croissantje kunnen eten.

Als Vittorio ergens blij mee is tijdens deze coronacrisis, dan is het de terugkeer van zijn kinderlijke fantasie. Van een oude gewoonte heeft hij een nieuwe gemaakt. Soms, als de lockdown hem even te zwaar te moede is, pakt hij zijn tennisracket en gaat hij naar buiten. Wat de straat is voor voetbal, is het muurtje voor tennis. Als kind speelde hij er eindeloos tegen en won hij de meest heroïsche wedstrijden. De laatste weken heeft hij tegen een muurtje in zijn buurt alweer meermalen Wimbledon gewonnen. Ook zijn vrouw en zoontje profiteren daar gemoedstechnisch van.

We zijn heel erg benieuwd naar wat u heeft ontdekt hoe het met u gaat.