Waarom kan slaap een infectie afweren? En waarom maakt chronische stress het lichaam vatbaarder voor ziekte?
T-cellen zijn een type witte bloedcellen die van groot belang zijn voor de immuunreactie van ons lichaam. Wanneer T-cellen een specifiek doel herkennen, zoals een cel die door een virus geïnfecteerd is, dan activeren ze kleverige eiwitten – integrines – die hen in staat stellen zich aan de geïnfecteerde cel vast te klikken en ze te vernietigen.
Wetenschappers weten al veel over de signalen die integrines activeren, maar veel minder over signalen die verhinderen dat T-cellen zich aan hun doel hechten.
Onderzoekers van de universiteit van Tübingen bekeken de effecten van een diverse groep van signaalmoleculen die vaak een rol spelen bij het onderdrukken van het immuunsysteem, maar waarvan tot nu toe niet bekend was of ze verhinderen dat T-cellen hun integrines activeren om zich aan hun doel te binden. Ze ontdekten dat hormonen zoals adrenaline en noradrenaline, hormoonachtige stoffen zoals prostaglandine E2 en D2, en de neuromodulator adenosine er T-cellen van weerhouden hun integrines te activeren nadat ze hun doel hebben herkend. De hoeveelheden van deze molecules die nodig zijn om de activatie van integrines te verhinderen, werden al geobserveerd bij tumorgroei, malaria-infecties, zuurstoftekort en stress.
De hoeveelheid adrenaline en prostaglandine daalt wanneer we slapen. De onderzoekers ontdekten bij gezonde vrijwilligers dat de integrine-activatie van de T-cellen veel hoger was wanneer de proefpersonen sliepen dan wanneer ze wakker waren. En dat dat lag aan de daling van de signaalmoleculen die ze onderzochten.
De resultaten zijn zeer relevant voor slaapstoornissen en andere aandoeningen die gepaard gaan met een verstoorde slaap, zoals depressie, chronische stress, veroudering en ploegenarbeid.