Welke factoren liggen aan de basis van een goede zelfbeheersing? Papegaaien geven ons het antwoord!
Vele experimenten tonen aan dat zelfbeheersing een belangrijke vaardigheid is. Mensen die dit vermogen tijdens hun kinderjaren beter ontwikkelen, zijn meestal succesvoller in hun latere leven. Ook bij dieren is zelfbeheersing zeer nuttig in heel wat situaties, vooral binnen complex georganiseerde groepen. Een dier heeft er vaak baat bij om niet zijn hele voorraad voedsel op te eten maar een deel over te laten voor een soortgenoot. Zo zal het in de toekomst op een wederdienst kunnen rekenen. Maar hoe leren dieren om zichzelf te beheersen? Om daarachter te komen, bestudeerden Désirée Brucks van het Max Planck-Instituut voor ornithologie en haar collega's de zelfbeheersing van papegaaien.
De wetenschappers testten de zelfbeheersing van verschillende soorten papegaaien door te onderzoeken hoe de vogels omgaan met het krijgen van een uitgestelde beloning. In het experiment kregen ze voedsel aangeboden via een ronddraaiend dienblad. Als de dieren het voedsel pakten, stopte het dienblad met draaien. Als zij erin slaagden de verleiding te weerstaan en een bepaalde tijd te wachten, bleef het dienblad ronddraaien tot er iets lekkerder werd aangeboden. De wachttijd werd opgedreven met elke proef.
Alle papegaaien bleken in staat om te wachten. Afhankelijk van de soort wachtten ze gemiddeld 8,3 tot 29,4. De grijze roodstaartpapegaaien staken er met kop en schouders bovenuit. Zij onderscheiden zich van de anderen door een relatief grotere hersenomvang en door hun grotere, complexe sociale groepen. Deze twee factoren spelen dus waarschijnlijk een rol bij de verwerving van enige vorm van zelfbeheersing.
Afleiding
Ook binnen eenzelfde soort varieerden de vaardigheden enorm. De kampioen die alle proeven aankon, kon wel tot vijftig seconden wachten. Hun geheim? De geduldigste dieren deden iets anders dan enkel wachten (ijsberen in de kooi, bijten in de tafel, enz.). Ze richtten zich op iets anders dan het beschikbare voedsel en lieten zich er minder snel door verleiden. Hoogstwaarschijnlijk is dat dus ook een van de factoren die zelfbeheersing bevorderen. Dit verband werd eerder al aangetoond bij honden, chimpansees en zelfs bij jonge kinderen.
Dus als je weer de neiging hebt om die ene chocoladereep in de kast op te peuzelen, denk dan even aan de papegaai. Nee, knabbel niet aan de tafel maar ga iets anders doen: wandel, lees een boek of zet een film op!
Dit artikel verscheen eerder in Cerveau&Psycho. Vertaling: Isabelle De Schepper.