Zes maanden schoolse achterstand. Dat is naar schatting het effect van de coronacrisis op kwetsbare leerlingen. Wat kunnen we leren uit de ervaringen met afstandsonderwijs en hoe zal de school van morgen eruit zien?
Door de lockdown zullen heel wat kinderen, zomervakantie incluis, in totaal bijna een half jaar niet naar school zijn geweest. “Zes maanden cognitieve vertraging vormt een immens probleem”, oordeelt cognitief psycholoog Wouter Duyck (Universiteit Gent). “Internationaal vergelijkend onderzoek zoals PISA (Programme for International Student Assessment, red.) toonde eerder al aan dat Vlaanderen er niet goed voor staat. Inzake wiskunde, bijvoorbeeld, is er een leerachterstand van negen maanden vergeleken met vijftien jaar geleden. Tel daar de vertraging van de coronacrisis bij op en in het meest pessimistische scenario kom je aan meer dan een jaar achterstand.”
Digitaal onderwijs
'Digitaal onderwijs is niet de heilige graal'
“Het afstandsonderwijs is helemaal niet zo goed verlopen. In sommige gevallen misschien wel, maar dan alleen als ouders internettoegang hadden, de oefeningen goed begrepen en ook nog goed konden helpen. Meestal is het compleet fout gegaan. Leerlingen waren niet bereikbaar, ouders deden de deur niet open … Daardoor zijn er veel kinderen onder de radar gebleven.”
Pedagoog Anna Bosman (Radboud Universiteit Nijmegen) staat er dan ook niet om te springen om afstandsonderwijs te integreren in het regulier onderwijs. “Zeker niet op de basisschool. Naarmate leerlingen hoger opgeleid zijn en zelfstandiger kunnen werken, zie ik wel een aantal mogelijkheden. Ik vind het aangewezen dat kinderen het onderscheid kunnen maken: de school is de school, en thuis is zoveel mogelijk thuis. Daar kun je spelen en andere leuke dingen doen. Anders wordt het te veel een rommeltje.”
“Op school kunnen kinderen overigens veel van elkaar leren. Gezamenlijk onderwijs is onderschat. Men heeft het vaak over gepersonaliseerd leren. Dat kan voor oudere leerlingen beslist lukken, maar voor al de andere kinderen is het de slechtste manier om kennis te vergaren. Dat is nog een andere reden om ons niet aan afstandsonderwijs te wagen als dat niet strikt noodzakelijk is.”
Alle experts die verkondigen dat het onderwijs in de toekomst louter digitaal zal zijn, hebben volgens Duyck niet langer een been om op te staan. “Digitaal onderwijs is niet de heilige graal en zal nooit het regulier onderwijs kunnen vervangen”, voorspelt hij.
Blended learning
Volgens Duyck zit er ook toekomstmuziek in blended learning, de combinatie van fysiek en afstandsonderwijs. “Zoals wijnen worden geassembleerd uit verschillende druivenrassen, moeten digitaal en fysiek onderwijs in elkaar vloeien. Zonder veel bijkomende inspanningen kan een leerkracht dan begaafde leerlingen aan hun trekken laten komen, de achterstand van zwakke leerlingen bijspijkeren en kinderen met leerstoornissen en gedragsproblemen beter bijstaan. Zo kun je leerlingen ook adaptief testen, waardoor ze misschien niet meteen betere cijferskrijgen, maar waardoor de leerkracht feedback krijgt over het niveau waarop een leerling zich bevindt. Dat zou wel eens de grootste meerwaarde van blended learning kunnen zijn.”
Hoe gaat de school van morgen er dan uitzien? En wat met gepersonaliseerd leren? Lees het hele artikel over de toekomst van het onderwijs en de uitkomsten van het grootste onderwijsexperiment uit de geschiedenis nu in Psyche&Brein.