De voorbije jaren kwamen theorieën over rassenvermenging en ‘de grote vervanging’ van het blanke ras opnieuw boven water. Ze komen niet uit het niets, laat wetenschapsjournalist Angela Saini zien in haar boek Superior, The Return of Race Science.
Dit interview verscheen in juni 2019 in Eos magazine en is opnieuw actueel vanwege de huidige anti-racismeprotesten en het maatschappelijk debat rondom racisme en discriminatie.
Kort na de Tweede Wereldoorlog was de wetenschappelijke gemeenschap volledig klaar met eugenese. Ooit waren ideeën over het verbeteren van de mensheid door de ‘genetisch sterksten’ te selecteren breed gedragen. Maar de oorlog had er een destructieve uitwerking op gehad. Het idee van rasverbetering moest per direct worden verlaten.
Wetenschappers waren het in die periode over nog twee dingen eens. Ze vonden dat de nazi’s, die de joden als het laagste ras beschouwden, de ideeën over eugenese sterk hadden vereenvoudigd en uit hun context hadden getrokken. Tegelijk vonden ze dat de theorieën over rassenverschillen, laat staan over het bestaan van een superieur (blank) ras, wetenschappelijk zeer zwak waren.
Tegen 1949 vonden ze het tijd om het begrip ‘ras’ te herdefiniëren. Dat jaar ontmoetten ze elkaar in Parijs, samen met diplomaten en internationale beleidsmakers, onder de vlag van de Unesco. Hun boodschap: de verschillen tussen rassen komen niet voort uit genetische of andere ingebakken verschillen. Ze zijn ontstaan uit een samenspel van geschiedenis, cultuur en omgeving. De indeling in rassen, besloten ze, was bovendien gebaseerd op een willekeurige en oppervlakkige selectie van uiterlijke kenmerken - met de huidskleur voorop.
Gemiste kans
In haar nieuwe boek Superior, The Return of Race Science beschrijft de Britse wetenschapsjournalist Angela Saini de Unesco-samenkomst als een historisch moment. Al is het voor haar ook een moment waarop een belangrijke kans werd gemist. Daar en dan hadden wetenschappers kunnen afrekenen met het hele concept van rassen.
‘We zijn blijven vasthouden aan onze neiging om mensen in te delen in groepen op basis van bepaalde eigenschappen’, zegt Saini. ‘En extreemrechts heeft maar heel weinig onderbouwing nodig om haar ideologie te stutten. Net zoals de nazi’s maar weinig wetenschappelijke grond nodig hadden om de holocaust te legitimeren.’
‘Ras is geen wetenschappelijk concept, maar een politiek en sociaal gegeven'
In haar boek beschrijft Saini, van wie de ouders Indische roots hebben, hoe het rassenconcept opkwam in de koloniale tijd. Europeanen gebruikten het in hun contact met andere volkeren. Het werd een manier waarmee blanken zich als superieur afzetten tegen ‘de rest’. Dat gebeurde door een combinatie van bewuste en onbewuste vooroordelen. Denk aan schedelmetingen, gedragsobservaties en experimenten, zowel vanuit een eigen diepe overtuiging als om het onderdrukken van de ‘anderen’ te rechtvaardigen.
‘Verlichtingsdenkers als Voltaire geloofden vrijwel allen in een raciale rangorde’, zegt Saini. ‘Zwarte mensen stonden lager op de ladder dan witte. In de 19de eeuw kwam de evolutietheorie van Darwin op en werden de bestaande ideeën verder ‘gebiologiseerd’. Uiteindelijk mondde dat alles uit in eugenese. En in de holocaust.’
Van meet af aan heeft die sociale en politieke context een stempel gedrukt op de wetenschap rond rassenverschillen. Daarom besloot Saini dat haar boek niet alleen moest gaan over de natuurwetenschappelijke kant ervan. ‘Ras is geen wetenschappelijk concept, maar een politiek en sociaal gegeven. We moeten begrijpen waar het vandaan komt, hoe het is ontwikkeld en waar we het onderzoek ernaar kunnen plaatsen. Wie zijn de mensen die het bestuderen? Wat proberen ze te bewijzen?’
Wensdenken
De Unesco-verklaring die in 1949 werd opgesteld was van bij het begin controversieel. Genetici en fysisch antropologen waren ondervertegenwoordigd. Critici maakten bezwaar tegen het statement dat er ‘geen bewijs was voor intellectuele verschillen tussen groepen mensen’. In een tweede versie van de verklaring werd die stelling aangepast tot: ‘Er is geen bewijs dat de wetenschappelijke kennis geen reden geeft om te geloven dat dergelijke verschillen aangeboren zijn.’
Het rassenconcept werd niet volledig in de ban gedaan, maar was vanaf nu gereserveerd voor ‘antropologische classificatie van groepen die bepaalde combinaties van fysieke of fysiologische kenmerken vertonen in karakteristieke verhoudingen.’
Zelfs de meest fervente voorstanders van de oorspronkelijke verklaring wisten het concept niet helemaal los te laten. In de plaats van ‘ras’ kwam de term ‘populatie’. Uitgesproken antiracistische, linkse wetenschappers verdeelden mensen nog steeds in groepen op basis van willekeurige kenmerken.
De gerespecteerde populatiegeneticus Luigi Luca Cavalli-Sforza gebruikte kort voor zijn dood in 2018 nog steeds het woord ‘hybride’ om mensen met een gemengde culturele achtergrond te beschrijven, verzucht Saini. ‘Nog los van de morele kwestie is daar gewoon totaal geen genetische basis voor.’
Hun logica zit in een soort wensdenken: ‘Als we hard genoeg blijven proberen, zullen we uiteindelijk wel iets vinden’
Een klein groepje hardliners was het hartgrondig oneens met de verklaring. Deze eugenetici gingen halsstarrig door met hun onderzoek, ook al zagen ze dat stelselmatig worden afgewezen door de wetenschappelijke tijdschriften. In reactie daarop richtten ze begin jaren 1960 een eigen wetenschappelijk tijdschrift op. Mankind Quarterly kreeg royale steun van een steenrijke Amerikaanse separatist. ‘Hun doel’, zegt Saini, ‘was opkomen tegen wat zij zagen als een politiek correcte, linkse samenzwering rond ras. Ze wilden wetenschappelijke objectiviteit terugbrengen.’
Wie de wetenschappelijke kwaliteit van de publicaties in Mankind Quarterly (het bestaat nog steeds) in ogenschouw neemt, ziet dat hun missie weinig van doen heeft met wetenschappelijke objectiviteit. ‘Wetenschappelijke publicaties in dit vakgebied lezen is zo vreemd’, zegt Saini. ‘Het is bijna alsof je wolken probeert te vangen. En toch blijven wetenschappers het proberen. Hun logica zit in een soort wensdenken: ‘Als we hard genoeg blijven proberen, zullen we uiteindelijk wel iets vinden.’’
Wat Saini betreft is de ware missie van Mankind Quarterly helder. ‘Wat deze onderzoekers proberen te doen, is een rechtvaardiging vinden voor de verschillen die we kennen in de maatschappij. Ze willen verklaren waarom Europa zo rijk is vergeleken met Afrika en waarom bepaalde groepen in de samenleving achterblijven.’
‘Het is intellectueel zo oneerlijk. De auteurs gebruiken concepten die biologisch gezien niet deugen en waar simpelweg geen bewijs voor is. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het juist individuele verschillen zijn die de ware variatie bepalen in bijvoorbeeld intelligentie of karaktereigenschappen, niet groepsverschillen.’
Interview geweigerd
Lange tijd opereerde het hechte clubje in de marges van de wetenschap. Maar stilletjesaan, ontdekte Saini, bouwde het een stevig netwerk op. De onderzoekers hadden connecties in de mainstream wetenschap, politiek en media. Zo wisten ze hun ideeën warm te houden en langzaam te herintroduceren in het denken over de maatschappij.
In het huidige politieke klimaat, gekenmerkt door verandering en onzekerheid, hebben ze de wind in de zeilen. De zelfbenoemde ‘rassenrealisten’ kunnen we niet langer negeren, denkt Saini. ‘Ik heb geprobeerd een eerlijk en open debat met hen te voeren, maar dat zat er niet in. Ze weigeren vrijwel al mijn interviewverzoeken. Ze zeggen: ‘Jij bent bevooroordeeld, je bent politiek gemotiveerd.’’
Die opstelling baart Saini ernstig zorgen. Want ze treft niet alleen haar, maar alle journalisten, wetenschappers en organisaties die kritisch zijn over hun boodschap. ‘Ze zetten al die critici weg, alsof ze niet te vertrouwen zijn. Dat is precies wat er gebeurd is met de opkomst van de nationaal-socialisten in Duitsland. Ze vervingen gerespecteerde academici en denkers door hun eigen mensen, om zo hun intellectuele strijd te voeren.’
Ras is een hardnekkig concept. Het lukt ons maar niet om het los te laten
Saini’s vorige boek ging over hoe wetenschappen systematisch werden misbruikt om vrouwen te onderdrukken. Waar ze in dat boek nog positief eindigde, is ze deze keer een stuk minder optimistisch. Tijdens het schrijven kwamen leiders en prominente politici op die steeds openlijker flirten met de door de racistische wetenschappers gepropageerde theorieën. Donald Trump in de Verenigde Staten, Victor Orban in Hongarije, Jair Bolsonaro in Brazilië en Thierry Baudet in Nederland - om over de sentimenten in haar eigen land nog maar te zwijgen.
Ras is een hardnekkig concept. Het lukt ons maar niet om het los te laten. Neem alleen al het feit dat we nog steeds een woord als ‘caucasisch’ gebruiken, terwijl die categorie een vergaarbak is die wetenschappelijk gezien nagenoeg waardeloos is. Net als ’negroïde’. ‘Met zulke ideeën spelen we de racisten in de kaarten’, zegt Saini. ‘Zij willen niets anders dan de verschillen in stand houden.’